Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 
WEDSTRIJDVERSLAG MARATHON DES SABLES
Door Niek van Gils
Met Niek hadden we vooraf een interview en kregen we een tussentijdse update over de voortgang van zijn trainingen. Kregen in die 2 artikelen al een aardige indruk van de zwaarte van het evenement waar hij aan ging deelnemen. Maar waar het echt om draait is natuurlijk het verslag van de wedstrijd zelf. Hieronder kun je dat lezen, waarbij de redactie een voorwaarschuwing wil geven dat de spierpijn van Niek er van afstraalt. Zet de Midalgan en aspirines vast klaar!

“Op 10 april stapte ik dan eindelijk in het vliegtuig om via Casablanca te landen in Ouarzazate (Marokko). Na een half jaar training, ter voorbereiding aan deelname aan de 38e Marathon Des Sables, voelde ik me hartstikke fit en ontzettend zelfverzekerd.
Ik was blessurevrij en in staat om probleemloos 30 a 40 km in een gestaag tempo hard te lopen met een rugzak van rond de 10 kilo op mijn rug. Op 12 april liep ik uit het hotel naar buiten, riep een taxi, onderhandelde over de prijs voor de 5 minuten durende taxirit en had de adrenaline tot aan de kijkglazen staan. Het was 07.30 uur en een half uur later zouden zo’n 850 deelnemers uit de hele wereld zich op het lokale vliegveld verzamelen. En in het voor dat moment episch centrum van het ultra-running stond ik dan en vond al vrij vlot een aantal andere Nederlanders. De busrit per touringcar duurde ongeveer 6 uur waarbij we in een soort niemandsland vlak voor de grens met Algerije uitkwamen. Hier was, behalve zand, helemaal niets. Dat was ook tevens de eerste keer dat ik het uit 3 a 4 gecentreerde cirkels bestaande tentenkamp van dichtbij zag. Ik lag in tent 40 samen met nog een Nederlander, een Brit, een Ier en 3 Duitsers waarvan 1 vrouw. Zij zou trouwens, evenals vorig jaar, na 1 dag het strijdtoneel wederom moeten verlaten.

Die eerste dag volgen vanuit de organisatie wat huishoudelijke mededelingen e.d. en voor de rest kun je nog wat acclimatiseren. Er is verder niets in het kamp, je ligt met max 8 personen in een open Berber tent  op een Perzisch tapijt en that’s it. Er zijn geen douches, geen bar, geen animatie: nothing. De avond is zoals vele andere, het wordt donker, iedereen is bezig om zijn eigen potje te koken en bijna alle deelnemers liggen tussen 20.00-21.00 uur op of in hun slaapzak. De 2e dag in het bivak staat volledig in het teken van de technische meeting. Heb je je mandatory equipment voor elkaar (verplichte items), is je door een dokter ondertekende rust ECG in orde, voldoet je voedingspakket aan de minimale 2000 Kcal per dag en zo loop je van punt naar punt. Tot slot mag je je ruimbagage uit het vliegtuig vaarwel zeggen en sta je in je wedstrijdtenue met alleen nog je rugzakje op de rug in de woestijn.

Op 14 april is het dan eindelijk zover, op de muziek van AC/DC - Highway to Hell -vertrekken de deelnemers voor de 1e etappe van 31 km. Gisteravond bemerkte ik al in het kamp dat voeding die er in vaste vorm aan de bovenkant inging er binnen een half uur in vloeibare vorm aan de onderzijde uitkwam. Geen paniek, kan gebeuren, zal ongetwijfeld in relatie staan tot de spanning en bijv. de extreme hitte. Maar al snel na een km of 15 gaat het niet echt soepel meer, ik ben al een keer het zijterrein ingedoken en dat beloofde niet veel goeds. Het lichaam voelt niet prettig aan en het hardlopen begint me meer moeite te kosten. Ik kom over de finish en heb een enorme baal. Het is helemaal niet gegaan zoals ik me had voorgesteld.

De volgende dag is de start om 07.00 uur en staat er een etappe van 40 km op het programma. De eerste 5 km in een rustig tempo zijn geen probleem maar wanneer de zon opkomt en het warmer wordt, gaat het lijf flink tegenstribbelen. Uitleggen hoe je je voelt wanneer je ziek wordt, of al bent, ga ik niet doen, dat snapt waarschijnlijk iedereen wel. Ik kom in de middag over de finish en ben hondsberoerd, vervloek alles en iedereen en ga voor mezelf nog eens na waar ik iets opgelopen kan hebben.

Op dag 3 hebben we  85 km voor de boeg en ik laat het allemaal maar eens rustig over me heen komen. Over de afstand heb ik me nog niet eerder echt druk gemaakt maar vandaag een heel klein beetje. Ik voel me nl. slecht, en niet zo’n klein beetje ook.

De avond voor de 3e etappe schrijf ik op een stuk sporttape de uiterste sluitingstijden van de 7 checkpoints die we moeten aanlopen en de tussenliggende afstanden. Die tape plak ik dan weer op mijn Leki telescoopstok. Ik heb berekend dat ik vanaf CP3 overal 2 uur ga slapen zodat ik kan uitrusten. Het lijf zit in een neerwaartse spiraal qua goed voelen en daar is ondertussen ook nog eens koorts bijgekomen. De dag en nacht die volgen staan in het teken van kotsen. Ik hou geen voeding meer binnen en loop helemaal leeg. Electrolyten en hydrateringstabletten, die normaal naar fruit smaken, lijken vergif en komen met dezelfde snelheid waarmee ze het keelgat ingaan ook weer naar buiten. Eten binnen krijgen lukt me al niet meer sinds heden ochtend en ik werk me diep in het rood. Er is geen beschutting voor schaduw, je kunt nergens zitten behalve in het knetterhete zand en er is zeker geen support langs de lijn met mensen die je iets aanreiken.

De temperaturen gaan vlot over de 40 graden en iets wat een sportieve uitdaging had moeten zijn, lijkt te zijn omgebogen in een soort van overlevingstocht. Dat eeuwige mulle zand, de duinen op en af, de eindeloze uitgestrekte afstanden beginnen hun tol te eisen, 85 km i.c.m. deze omstandigheden zijn geen goede combi. Het plan om op ieder checkpoint 2 uur te slapen werkt prima. Gelijk liggen, donsjas aan, alarm zetten en ogen dicht. En na de gehele dag volgt de nacht en gaat het precies zo weer door. Tot aan de pijngrens ben ik aan het verplaatsen en loop nu al een hele dag en nacht op bouillon. Dat is momenteel het enige wat het lijf binnen wil houden. Ik lig in mijn slaapzak boven op een berg, de zon komt net op en ik kijk uit over een uitgestrekte vlakte. Ik heb net een extra uur geslapen en in de verte zie ik een deelnemer zich verplaatsen. Voor de rest is hier niemand en is het stil. Voor de zoveelste maal maak ik bouillon en denk in alle ellende nog een mooie foto te kunnen maken van dit tafereel. En ja hoor, dan is op dat moment ook nog eens de batterij van mijn Gopro leeg, kon er ook nog wel bij. Uiteindelijk kom ik die middag over de finish. Ook hier laat ik voor de live camera een grote smile zien want thuis moet de familie zich vooral geen zorgen maken: hier gaat alles goed! Het lichaam is ziek, ik voel me slecht en mijn gezondheid gaat echt met de minuut achteruit. Het alleen al kijken of ruiken aan avondeten doet me over mijn nek gaan. Maar in mijn maag zit al een tijdje niets meer dus er komt ook niets meer uit. Ik krijg een krampaanval in 1 van mijn bovenste buikspieren en heb het idee dat ik getaserd wordt. Met vele kopzorgen ben ik die nacht meer wakker dan aan het slapen en vraag ik me af hoe ik in godsnaam morgen 43 km ga verplaatsen. Het bivak ontwaakt om 04.30 uur en ik voel me alsof er vannacht een shovel over me heen is gereden.

 

 

Het is erop of eronder, vandaag voel ik dat de beslissing gaat vallen tot hoever ik mezelf kan pijnigen. Etappe 3 en 4 zijn samen goed voor ruim 128 km en die heb ik tot op heden alleen maar op bouillon gelopen. En dat moment kan niet al te lang meer op zich laten wachten. Ergens aan het begin van de middag zijn ook de reserves op, ik zit mijlenver diep in het rood en ben de grens van het toelaatbare al een tijdje gepasseerd. Bovenop een duintop ga ik in het zand zitten en zie op 1,5 km het voorlaatste checkpoint van die dag, helaas voor mij een brug te ver. Vele deelnemers passeren en vragen of ze hulp kunnen bieden. In mijn beleving niet nodig en wimpel ze allemaal af totdat daar ineens 2 Polen staan. En die laten zich niet 1, 2, 3 wegsturen. Ze blijven maar doorvragen, wie ik ben, wat ik hier doen en of ik kan uitleggen waarom ik op de grond zit. En bij die laatste vraag wordt het mij allemaal te lastig om in het Engels nog een bruikbaar antwoord te formuleren. Ze rollen een slaapmatje uit en zorgen voor een bovendekking met schaduw. Twee woestijnbuggy’s zijn er in no time met aan boord medisch personeel. Weer wordt er bij mij bloed afgenomen, vitale delen onderzocht en kunnen ze niets vinden. Mijn temperatuur geeft 36,7 aan op de thermometer. Verbazend want ik denk zelf aan een interne kernexplosie.

Zeker een uur zit ik daar en ben met geen mogelijkheid meer in beweging te krijgen totdat de Franse dokter zegt: Niek, je moet een keuze gaan maken, opstaan en lopen of je gaat vanaf hier op de shuttle. En bij het woord shuttle besef ik dat wanneer ik in een voertuig terecht kom al mijn voorbereidingen voor niets geweest zullen zijn. Hoe moet ik ooit thuis gaan uitleggen dat het voor mij op deze manier gestopt is? Ik zeg tegen de Polen dat ze me overeind moeten hijsen en tussen hen in lopen we naar het checkpoint. Ze leggen me daar in de medische tent en binnen no time zit er weer een thermometer in mijn kont. Ook wordt er weer bloed geprikt en wederom zijn de waardes normaal. Naast mij ligt een Engelsman in een bodybag vol met ijs. Zijn core-temperatuur is 42,2 graden, niet al te best dus. Hier lig ik zeker een uur en ben vooral druk om erachter te komen hoe laat het is aangezien mijn horloge er mee gestopt is. Mijn stokken en rugzak zijn ergens verderop neergelegd dus ik moet er ook weer achter zien te komen hoe laat het checkpoint gaat sluiten zodat ik nog tijdig kan vertrekken. Een dokter haalt mijn spullen en ik haal mijn alu deken tevoorschijn, wikkel mezelf er in met de zilveren kant naar buiten zodat het zonlicht straks op mijn bovenlichaam zal weerkaatsen. De laatste 13 km zijn voor mij zoals het lied waarmee iedere wedstrijddag wordt begonnen: een highway to hell. Als een levend lijk kom ik over de finish en ik ben me gelijk al druk aan het maken hoe ik in godsnaam morgen de voorlaatste 31 km moet gaan afleggen.

Het lukt nog steeds niet om iets anders dan bouillon naar binnen te werken en volledig opgebrand en vakkundig naar de kloten val ik in de tent in slaap. Die nacht word ik wakker en heb geen idee hoe laat het is. Mijn horloge doet het nog steeds niet en wil ook niet meer opgeladen worden. Ik besluit naar de medische tent te gaan en tref een Franse dokter. Ik vertel hem hoe ontzettend zielig ik wel niet ben en dat ik me ernstig zorgen maak om de dag van morgen. Van hem krijg ik dan uiteindelijk een handjevol pillen waar o.a. een maagzuurremmer tussen zit, een glas cola en een hele citroen in schijfjes. Het lijkt of ik een shot speed binnen krijg. Van de dokter krijg ik te horen dat ik kan overnachten in de medische tent. Op mijn vraag of dat is zodat ze mij kunnen monitoren kijkt hij verbaasd. Nee, dat is makkelijker zodat ik morgen gelijk al mijn spullen bij de hand heb wanneer ze me terug gaan brengen naar de bewoonde wereld. Onze denkwijzen verschillen kennelijk nogal van elkaar, aangezien ik hier niet was gekomen om vroegtijdig het pand te verlaten. Die nacht slaap ik dus gewoon weer in mijn eigen tent en de volgende ochtend word ik best wel fris wakker. Ik kan voor het eerst weer vast voedsel binnen houden en weet op dat moment dat de laatste 2 etappes een kwestie van uitlopen zijn. De 31 km van etappe 5 en de 21 km van etappe 6 zijn geen hoogstaande rakettechnologie alhoewel het onderweg nog niet allemaal vanzelfsprekend makkelijk verloopt. Wanneer ik op de laatste dag eenmaal over de finish kom, ben ik euforisch en weet maar al te goed dat ik best wel iets bijzonders heb gedaan.

Vele malen gedacht aan stoppen maar mezelf toch iedere keer weer iets wijs kunnen maken waarom ik door zou moeten lopen. De busreis terug neemt 6 uur in beslag en eenmaal in het hotel aangekomen, stap ik met de kleding die ik 9 dagen lang aan heb gehad onder de douche, trek een zwembroek aan en ga gelijk naar het zwembad. Het onbeperkt eten is begonnen en het nodige bier wordt aangerukt. Tussendoor probeer ik te reageren op een kleine 600 Whattsappjes en maak een selfie met de medaille om mijn nek. Ik kijk naar de foto en besef voor het eerst dat ik iemand op het beeldscherm zie staan die er zeker niet al te best uitziet. Man, man, man, het gezicht van de ideale schoonzoon is ver te zoeken. Thuis zal blijken dat ik daar in de Sahara 5 kilo ben afgevallen. Eigenlijk iets teveel aangezien ik tijdens mijn half jaar trainen ook al 5 kilo was kwijtgeraakt.

De volgende ochtend vroeg heb ik een vlucht naar Nederland. In de voorbereiding was dit de enige vlucht die ik kan krijgen om binnen een dag weer thuis te zijn. Hierdoor mis ik wel de feestavond van de organisatie maar dat mag de pret niet drukken. En eenmaal thuis, wanneer de adrenaline weer gedaald is, komt het besef en kun je weer een beetje relativeren. Ik ben vooral trots op het feit dat ik op mijn leeftijd nog zo ontzettend succesvol ben geweest onder de gegeven omstandigheden. Ik ben vooral zelfverzekerd geweest in mijn eigen kunnen, heb laten zien over voldoende veerkracht te beschikken om mijzelf keer op keer bij elkaar te rapen, een schop onder de kont te geven en weer door te gaan. Waarom? In mijn ultieme droom om deel te nemen aan dit evenement en tevens te finishen was mijn drang om te volharden zo groot dat stoppen gewoonweg geen optie was. Het klinkt vreselijk cliché maar that’s it. Het was geen bucketlist dingetje, het was een langgekoesterd iets om aan mezelf te laten zien waartoe ik in staat ben."

Publicatiedatum: 26 april 2024

Naschrift van de redactie:
Niek was populair deze week. Hij werd geïnterviewd door sectie Communicatie van 11 Lumblbrig, dagblad Tubantia en magazine de Defensiekrant. Die laatste kun je hier lezen.