Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 

DE ANDERE KANT VAN DE MEDAILLE:
HET IS NIET ALLES GOUD DAT BLINKT

Van een gefocuste einzelgänger naar vrolijke en relaxter persoon; iemand die nu echt geniet. Zo zou je de weg van Pieter van Beekveld naar waar hij nu is kunnen omschrijven. Zittend in zijn tuin onder een notenboom vertelt hij uitgebreid zijn verhaal. Over hoe hij ervoor koos soldaat te worden, daar doorzettingsvermogen, kameraadschap, verantwoordelijkheidsgevoel bijgebracht kreeg, voor de militaire vijfkamp ging en ontdekte dat zijn grootste kracht rennen was en via Defensie de wereld overvloog om wedstrijden op de meest aparte plekken te rennen. Onderwijl raakte hij volledig gefocust op trainen, trainen en nog eens trainen. Dat is nu anders.

Op zijn zeventiende wilde Pieter iets gaan doen waarmee hij van zijn hobby – sporten, hij deed aan vechtsport — zijn beroep kon maken. Dat vond hij bij Defensie. Hij solliciteerde bij de commando’s, maar was te licht. Dus koos hij voor de landmacht. Er waren wel momenten waarop hij dacht: Wat doe ik mezelf aan? “Maar aan de andere kant, ik wist niet beter. Ik had geen referentiekader van hoe het anders kan zijn. Ik had een doel voor ogen en dat was militair worden.”

Zijn eerste uitzending was naar Bosnië. Als schutter op en bestuurder van een rupsvoertuig. Twintig was hij. De uitzending duurde zes maanden, bij terugkomst beraadde hij zich over zijn toekomst. Liever wilde hij met sport bezig zijn. Via een collega kwam hij in aanraking met de militaire vijfkamp. Schieten met een lang wapen, hindernisbaan, precisie werpen met werpgewichten, vijftig meter zwemmen met hindernissen en acht kilometer crossen. “Ik meldde me aan voor de nationale ploeg en kon deelnemen.” Als atleet van die ploeg ging hij naar de militaire wereldspelen in India, dat was in 2005. En toen ging zijn eenheid naar Afghanistan. Hij had 2 keuzes, of Afghanistan of militair sportinstructeur. Het werd sportinstructeur. “Full time was ik met sport bezig, ik volgde het Cios en trainde ondertussen voor de vijfkamp.”

Sinds 2007 is hij sportinstructeur. Nog een keer ging hij voor vier maanden naar Curaçao, daar mocht hij honderd militairen trainen. Hij had alle vrijheid om hen fysiek en mentaal bezig te houden. En ’s avonds was er alle tijd om naar het strand te gaan en zelf te trainen. “Een super mooie tijd, misschien we de mooiste tijd in dienst tot nu toe.” Net voor hij weer naar huis zou gaan liep hij nog een wedstrijd op Aruba. In de hitte, hij kreeg waanbeelden. Dacht dat nummer twee vlak achter hem zat, hij hoorde zijn voetstappen. Nummer twee kwam twee minuten later binnen. “Ik was helemaal kapot, gaf alleen maar over. Dacht dat ik in shock was. Maar ja, als je dat denkt, dan ben je niet in shock.”

Helemaal kapot.

Zijn leven bestond vooral uit bewegen. Hij werkte, deed zijn trainingen voor de vijfkamp in zijn lunchpauze en na werktijd. Maakte de keuze om volledig voor het hardlopen te gaan en sloot zich aan bij de militaire atletiekploeg. Eerst vooral kort werk maar later de marathon. Met de militaire atletiekploeg ging hij onder meer naar de Wereld Kampioenschappen in Libanon. Daar beleefde hij een van zijn beangstigende momenten van zijn leven. Na de wedstrijd moesten ze tijdens het afsluitende diner direct weg. Er was een Libanese soldaat bij de grens met Syrië vermoord. “De bevolking kwam in opstand. We moesten gelijk weg, de toetjes achterlatend. De volgende dag werden we onder bewaking naar het vliegveld gebracht. We zaten in een bus vol bewapende militairen. Er waren road blocks, mensen staken autobanden en kliko’s in de fik. We gingen van de ene rookpluim naar de andere. Dat was best wel beangstigend. Toen dacht ik even: ik hoop dat ik hier uit kom.”

Zijn eerste marathon liep hij in 2013. De marathon van Rotterdam, in 2.30. Dat was boven verwachting snel. “Dat was ook mijn kwalificatie voor de militaire WK in Suriname. Dat zou in november zijn. Limiet was 2.45 en ik liep 2.30. Dat was echt heel bizar. Bij kilometer 27 trok ik het al niet meer. Ik kan me nog goed herinneren dat ik bij elke trottoir, bij elke bocht dacht: ik stap uit, het lukt me niet meer. Tot de laatste 500 meter dacht ik het niet te halen.” De tweede marathon was Suriname, daar liep hij in de hitte 2.42 en verloor 4,5 kilogram aan lichaamsgewicht. “Bij een verlies van 5 kilo moest je aan het infuus.” Zijn laatste marathon was tijdens het WK militaire marathon in Eindhoven daar liep hij 2.28.

Zijn gedrevenheid om te presteren en te sporten eiste uiteindelijk zijn tol. Hij sliep niet goed, at te weinig, maar trainde gewoon door. Hij raakte overtraind. Boekte ondertussen wel persoonlijke records maar was na de trainingen op en kon eigenlijk alleen nog maar op de bank liggen. Zijn energieniveau vulde hij aan met supplementen. “Ik zat aan de 2100 of 2200 calorieën misschien een keer 2400, maar kwam structureel 500 calorieën te kort. Dat anderhalf jaar lang. Ik was alleen maar gefocust op gezond voedsel. Een kroket, vette hap of een keer iets anders no way!”

“Eten, trainen alles was gepland. Uiteindelijk merk je dat je dat niet volhoudt qua voeding en qua leefstijl. Ik ging met honger naar bed met als gevolg dat ik vaak ’s nachts wakker werd van de honger. Ik ging niet uit bed, was bang dat ik dan niet meer in slaap zou komen. In je slaap herstel je.” Hij was eigenlijk doodmoe, een woord dat niet in zijn woordenboek voorkomt. “Moe, nee: trainen, geen zin, nee: trainen.”

In 2015 kwam het besef dat dit niet goed was. Hij kwalificeerde zich voor de Militaire Wereldspelen in Zuid Korea, maar besloot niet te gaan. Ging minder trainen en zocht afwisseling: krachttraining, spinningles geven, yogalessen. Maar het echte keerpunt kwam vorig jaar. “Mijn collega’s zeiden ‘nu moet je niet langer zo doorgaan op je werk en thuis, als je zo doorgaat, kom je je bed niet meer uit en heb je een burn-out’.” Hij ging praten met een psycholoog. “Mijn wereld was zo dat alles 100% moest zijn. Ik was maximaal gefocust. De psycholoog maakte me duidelijk dat ik niets moet: ‘het enige dat jij moet doen is ademhalen’.”

“Ik leerde lopen zonder horloge, dat was in het begin verschrikkelijk. Ik wil gewoon onder vier minuut de kilometer.” Toch kwam het inzicht en werd hij rustiger. Deed een stapje terug in het werk. “Daar merkten ze niets van. Ja, ze kregen er een vrolijkere en relaxtere Pieter voor terug. Die met een lach voor de groep staat en gezelligheid kent. Het heeft anderhalf jaar geduurd maar ik merk nu echt dat mijn slaap goed is, mijn humeur goed is, dat ik zin heb in alles.”

Hij loopt nog twee keer in de week, geeft twee keer in de week spinningles en een keer in de week yogales. Ook is hij meer krachttraining gaan doen. “Ik ben niet meer de einzelgänger die alleen maar aan het trainen is. In de fitnesszaal ben ik ook bezig met de mensen om me heen. Kletsen, trainen, dat is leuk.” Als hij loopt, loopt hij wel goed door, bekent hij. Laatst werd hij eerste tijdens de Koning van Spanje Trail, hij deed de 29 kilometer. Nog een belangrijke wedstrijd heeft hij staan. “De militaire WK cross in Angola. Misschien wordt dat wel mijn laatste wedstrijd.”

Publicatiedatum: 12 januari 2019
Dit artikel verscheen eerder in Rønnør