Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 


INTERVIEW JOHAN VEENSTRA

Door: Paul Lindeboom

Johan Veenstra heeft (voor militaire begrippen) een erg lange tijd op de LOSS doorgebracht als hoofdinstructeur, wat een bijzonder lange tijd is. Een periode waarin hij zich ontwikkelde tot een zeer vakkundige docent en aantoonde over meer dan gemiddelde kwaliteiten te bezitten. Daarnaast bleek hij in de omgang een bijzonder fijne collega te zijn, die door iedereen, ook door de leerlingen, bijzonder gewaardeerd werd. Wat automatisch leidde tot een bijzonder interview.

Hoe was in jouw tijd als ‘gewone’ (hfd)instructeur je algemene beeld van het werken op de LOSS. M.a.w., had je gedacht dat jij ooit in gebouw Y zou willen werken?
Johan: Ik had wel gedacht om ooit op de LOSS te komen werken. In het verre verleden heb ik enkele malen steun mogen leveren aan WOH opleidingen van de LOSS. Daar werd ik al gevraagd door de toenmalige Smi René Dekkers om op de LOSS te komen werken. Dit vond ik echter te vroeg. Kon ook niet want ik was nog Sgt1.

Tijdens mijn periode als HI op de JWF was ik op zoek naar meer. Ik wilde tools om de instructeurs in mijn cluster beter te begeleiden. Ik wilde weten hoe de aspirant LO&S-instructeur opgeleid werd? Wat ik van hen mocht verwachten? Ik kreeg de tijd en ruimte van Kap Michel Ham om te gaan steunen tijdens de VTO 2010-02. Vervolgens ben ik daar blijven plakken.

Waren er in je eerste jaar aanloop ‘problemen’ of zaken waaraan je heel erg moest wennen? Zo ja, waar lag dat aan en hoe werden de problemen opgelost?
Johan: Problemen heb ik niet gehad. Echter, de tijd van 6 maanden die gesteld wordt om PG te worden heb ik niet gehaald. Dit proces heeft bij mij ongeveer 18 maanden geduurd voordat ik vol zelfvertrouwen, met name bij de VTO’n, voor een groep stond. Dat ik alle vragen kon beantwoorden. Over de juiste kennis en vaardigheden beschikte. Mogelijk heeft dit iets te maken met mijn leervermogen of cognitief vermogen…

Het werken op de LOSS is complex: een van Johan's befaamde bordtekeningen....


Het werken op de LOSS is complex. Je gaat daar van kennis naar inzicht en samenhang. Om alle lijntjes te begrijpen kost tijd. Vervolgens moet dit nog vertaald worden naar daadwerkelijk doen; toepassen. Waarbij je niet zelf gaat toepassen maar in de rol van train de trainer kruipt. Waarbij niet ik maar de collega centraal staat. Ik heb in het begin menig maal met zwetende oksels en ‘buikpijn’ voor de klas gestaan. Door veel feedback te vragen en reflectie toe te passen werden die momenten minder.

Van welke cursusleider of C-LOSS heb je het meest geleerd?
Johan: Dit is een lastige…. Je leert van iedereen! Ook van de mensen waarvan je denkt; ‘zo ga ik het nooit doen’. Toch iets geleerd!! Maar zonder andere collega’s te kort te doen, zijn mijn leermeesters Hans van Batavia, William Frieling en met name Arno Heg en Jeroen Kuiper geweest. Heel inspirerend en leerzaam om met hen te mogen hebben samengewerkt.

Wat was je mooiste ervaring of opleiding die je hebt opgedaan bij de LOSS?
Johan: Alle bestaande opleidingen van de LOSS, m.u.v. van sneeuw, heb ik mogen ondersteunen. Van AKI naar TWOH, van VTO-01 tot en met VTO Officier, van Basisinstructeur naar Kerninstructeur MZV. De mooiste ervaring is dat collega’s je na afloop van een cursus / opleiding een hand geven en je bedanken. William Frieling zei altijd: “je bent slechts een passant in de carrière van collega’s”. Wanneer het mij als ‘passant’ dan gelukt is om de collegae te beïnvloeden en een stapje verder te helpen opdat ze succesvol worden, als LO&Sportinstructeur maar ook als individu, is dat het mooiste dat je kunt bereiken in mijn optiek.

Je hebt een behoorlijk lange periode op de LOSS doorgebracht. Heb je bepaalde processen op opleidingen zien veranderen? Wat is daarin jouw bijdrage geweest?
Johan: Ik heb een hoop processen zien veranderen. Wanneer het gaat over richten van opleidingen: ‘waar moet het toe leiden?’ “Wat moet een functionaris beheersen?” Voorbeelden hiervan waren de IWOH en TWOH. Implementatie van de Systematiek LO&Sport, implementatie van het FMOTP. Eigenlijk te veel om op te noemen. KP’n werden steeds meer richtinggevend voor met name de loopbaanopleidingen. Ook de inrichting werd anders. Er wordt uitgegaan van de gehele taakbenadering ipv deelfacetten. Het werken vanuit een FMOTP tijdens de VTO LO&Sport is hier een voorbeeld van. Ook het duaal inrichten van een opleiding zoals de FO SMI (voorheen de VTO-03) en de Instructeur MZV begon.



Daarop volgend is ook de verrichting veranderd. Samenwerkend leren, eigenaarschappen ‘just in time, just enough’ zijn kreten die goed bij de verrichting passen. Van docentgestuurd naar leerlinggestuurd. Thematisch, probleemgestuurd, actionlearning.

Het is nu ook veel meer samen met de LO&Sportgroepen. In heb al enkele malen LO&Sportgroepen mogen bezoeken die vragen hadden. De LOSS is gelukkig toegankelijker geworden. Het gat tussen de LOSS en ‘de praktijk’ is verkleind. Steeds meer LO&Sportgroepen weten de LOSS te vinden. Ook wordt er steeds meer maatwerk bij onvoldoende niveau geleverd, waar het eerder einde opleiding was.
Ik vind het lastig om daarin specifiek mijn bijdrage te benoemen want je doet het met een team. Het begint met een idee of een brainstormsessie naar een volledig uitgewerkt plan, LSP, in samenwerking met het EC en /of BOTO. En dan vergeet ik vast nog het een en ander aan veranderingen.

Op welk facet of werkgebied heb jij jezelf het meest zien veranderen of competenties beter ontwikkeld?
Johan: Dit is een hele waslijst. Er zijn 2 punten die ik eruit wil lichten.
Ik heb mezelf zien veranderen als LO&Sportinstructeur doordat ik anders tegen de organisatie ben gaan aankijken. Het werken op de LOSS heeft inzicht gegeven in processen die op de LO&Sportgroep niet zichtbaar zijn maar die daar wel een grote invloed hebben. Denk hier bijvoorbeeld aan ondersteunende documentatie voor het Strenght & Conditionings model. Er wordt hard aan gewerkt door het EC, echter is dit voor de LO&Sportgroepen nog niet zichtbaar. Achter de schermen wordt echt hard gewerkt voor de LO&Sportgroepen. Daar moeten we als organisatie echt vertrouwen in hebben. Dit is iets waar we met z’n allen nog wel meer van kunnen gebruiken; vertrouwen en geduld. Heb vertrouwen in de organisatie! Het gaat misschien niet zo snel als je zou willen maar het komt er. Ik heb er vertrouwen in dat onze organisatie de organisatie kan zijn die we in onze missie en visie zeggen te willen zijn.

Ik ben ook anders gaan denken. Voor mij staat nu het Gereedstellingsproces centraal. De juiste activiteiten op het juiste moment. Daarnaast uit kunnen leggen ‘wat’ je doet, ‘hoe’ je de doelstelling haalt (efficiënt en effectief) maar zeer zeker ‘waarom’ je de dingen doet die je op dat moment doet.

Daarnaast heb ik ook geleerd naar mezelf te kijken i.p.v. een externe attributie te hanteren. We kennen allemaal wel een collega die lastig te volgen is. Hij springt van de hak op de tak. Verbale communicatie is niet zijn sterkste kant. In het begin lag het aan die collega; rare vent… Nu kijk ik naar mezelf. Het lukt mij niet om hem te begrijpen. Wat moet ik anders doen om hem te begrijpen?

Zijn stiekem toch 3 punten geworden in plaats van 2….

Johan, samen met collega Anthony Scheepers, observeert de voortgang van de laatste VTO-1 opleiding.

 

Jij was voorbestemd om nu al de rangversierselen van adjudant op de schouders te dragen, in meerdere verschillende functies, maar dat is telkens door de omstandigheden teniet gedaan. Hoe krijg jij het voor elkaar om zo sterk gemotiveerd toch weer een ‘gewone’ HI-functie te gaan vervullen?
Johan: Ik weet niet of ik voorbestemd was maar het gaat mij ook om de functie en niet om de rang. Maar wat mij iedere dag weer motiveert is het werken met een cluster. Ik vind het onwijs leuk om collega’s verder te helpen in hun ontwikkeling. Op de LO&Sportgroep heb ik meer tijd dan de cursusduur van een opleiding (de langste VTO is 15 weken) om de collega’s, daar waar ze dat zelf willen, te helpen. Wanneer ze daar succesvol mee worden, binnen of buiten de LO&Sportorganisatie, ben ik weer die ene passant geweest die ze een klein beetje verder heeft geholpen. Echter, ook dat doe ik niet alleen maar samen met het team van HI’s aangestuurd door de Aooi O&T.

Johan (zittend) met zijn LOSS-collega's en de 'leerlingen' van de laatste Functionele Opleiding Sgt1.

 

Wil je verder misschien nog iets kwijt?
Johan: Het werken op de LOSS is echt een mooie functie. Je leert de organisatie van een andere kant kennen maar je leert ook jezelf nog beter kennen. Je gaat daar met natte oksels en het zweet druppend van je voorhoofd voor de klas staan. Je gaat daar buikpijn krijgen van de vraag: ‘Hoe ga ik dat voor elkaar krijgen?’ terwijl je weet dat er een klas vol vakidioten naar je kijkt. Je gaat daar veel reflecteren: “Heb ik de juiste snaar wel weten te raken?” Maar ondanks al die uitdagingen heb ik er echt een mooie periode gehad waar ik een hele hoop geleerd heb. Het is voor mij dan ook verbazingwekkend dat er zo weinig animo is voor het werken op de LOSS. Ja, je moet investeren in jezelf; nieuwe kennis opdoen, nieuwe vaardigheden aanleren. Jezelf kwetsbaar durven opstellen maar ook investeren in tijd. Ik daag jullie dan uit om ook de uitdaging met jezelf aan te gaan en voor een functietermijn op de LOSS te kiezen!!

Publicatiedatum: 09 mei 2017