Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 

WAAR ZIJN ZE GEBLEVEN, ONZE OUD-COLLEGA'S?
(EU)GENE SAVELKOUL (deel 2)

Door Paul Lindeboom

Vanwege het historische belang van het toenmalige Rayon Limburg lag een interview met Eugène Savelkoul, maar iedereen noemt hem Gène, al eerder in de planning. Maar doordat ik de beste man in het geheel niet kende, stak ik vooraf mijn licht op bij andere oudgedienden Bart Smits en Wil Maaswinkel, en kreeg toen dusdanig veel bijzondere informatie dat ik ervoor koos dat als startartikel te plaatsen. Daarin viel tussen de regels door al te lezen dat Gène Savelkoul een bijzondere sportofficier was, die behoorlijk ondernemend en voortvarend van start ging om rayon Limburg vorm te geven. Dat zijn dadendrang veel opgeleverd heeft, lees je dan nu in het echte interview met Gène.

DAGGEDICHT – Toon Tellegen (1941) - Een lang leven staat voor de deur

Een lang leven staat voor de deur.
Wat zullen we het laten doen?
We laten het kloppen.
Het is moe en achterdochtig.
Het is zijn sleutels kwijt.

Treinen rijden voorbij,
reizigers die dommelen.

We laten het lange leven op zijn tenen staan
en naar binnen kijken,
we laten het liefde zien, en muizenissen en redeloze angst,
laten het gesprekken horen over het blauw van morgen,
het grijs van gisteren
en het eeuwige rood van nu,

reikhalzend zijn de gasten
en schitterend hun smarten,
het lange leven zucht en drukt zijn neus tegen een raam – op de tafel een kersentaart.

Wat is het meest “herinnerbaar” of hoe selectief is ons geheugen! Psycholoog Bert Reynvoet KU Leuven

In 1935 ben ik geboren in een klein dorp met 2000 inwoners: Grevenbicht bij Sittard langs de Maas. Bevat een katholieke en een Nederlands hervormde kerk, en tot 1943 een kleine synagoge, een Romeinse grafheuvel die tevens een joodse begraafplaats is.

Mijn vader was architect ik had een 4 jaar oudere broer en zus en ook twee 4 jaar jonger. Ons huis was een 200 jaar oude Schippersherberg, 60 m. van de Maas. De schepen brachten, tot begin 1900, hun lading via de Maas naar Luik.

In 1940 begon WO II, alles veranderde. Er werd niet meer gebouwd, dus mijn vader was gedwongen, succesvol, ander werk te zoeken. Eind november 1944 was voor ons de oorlog bijna voorbij. In ons huis waren 14 soldaten van een Ierse brigade ingekwartierd, met alle voordelen zoals b.v. wat het eten betrof. Het waren “Desert Rats”, veteranen die nog tegen Rommel in Afrika hadden gevochten. Onze school was 7 maanden een veldhospitaal, pas daarna naar de Lagere en Middelbare school gevolgd door de HTS (opleiding werktuigbouwkunde). Toen ik voor de 3e keer opgeroepen werd voor de dienstplicht, kreeg ik geen uitstel meer. Op 4 december 1957 melde ik mij in Venlo bij de Limburgse Jagers.

In februari ging ik naar de officiers-opleiding KL in Ermelo. Na 2 maanden naar de officiersopleiding AAT voor opleiding tot Bat,Transport officier. Op eigen verzoek terug naar de Infanterie, weer opnieuw ingestroomd in Ermelo. Succesvol afgesloten en beloond als de sportiefste vaandrig met een oorkonde en herdenkings-plak.

Geplaatst op de infanterie school in Harderwijk bij de parate Dem-cie en een jaar later vertrok ik naar de Tapijnkazerne in Maastricht als PC in een opleidings-cie. Daar ontmoette ik de sportofficier uit Venlo, de 2e-lnt Elbert Bekers.

Overigens schermde ik al, vanaf 1956 bij een club in Maaseik, waar ik mijn vrouw Isabelle ontmoette. Intussen zijn wij 60 jaar getrouwd! Elbert vertelde dat er weer een cursus op de SMLO voor sportofficier begon. Samen hebben Isabelle en ik lang overlegd of ik mij zou melden. Wij woonden in Maastricht en hadden al een dochtertje. wij besloten samen,om te kiezen voor deze nieuwe uitdaging.

Andere zaken van belang

1. Opleiding Kern-instructeur Harskamp nieuwe wapens Fal&Uzi, om al het kader van de Tapijn kazerne Maastricht hierin opleiding te geven.

2. Door de C- Tapijnkazerne aangewezen voor de studie bij de Academie “Militair Leiderschap”.

3. Zes maanden Cie-cdt van een opleidings-cie. In Maastricht.

Gène in opleiding op de SMLO

Zo begon het op de SMLO in Hooghalen op 19-3-1963.

Na selectie van 17 kandidaten bleven er 6 deelnemers over plus 2 luchtmachtofficieren, totaal dus 8, waarvan er 3 landmacht en 1 luchtmacht KVV-er waren.

Wij werden welkom geheten door de cdt en docenten: 3 burger docenten, 2 dpl vaandrigs, 3 beroeps LOS instructeurs en de klassementor de kapitein Vermelfort. Hoofd opleidingen was de majoor De Vries en later werd dit de majoor Spanjaard.
Het viel mij op dat de leden van deze groep de laatste jaren heel weinig contact hadden gehad met de “troep”, wat toch voor ons de doelgroep in de toekomst zou zijn.

Op naar de foerier. Legerings-spullen en sportkleding ophalen. Ook een paar witte Romika basketbal schoenen, hetzelfde merk als de pantoffels van Isabelle!

Aan de slag!

Het theoretisch, praktische en het lichamelijke trainingsdeel van de opleiding waren oké, ik was de oudste leerling!

Na 8 maanden waren we allemaal geslaagd en vertrok ik naar de Ernst Casimirkazerne in Roermond, waar ik geplaatst was als Garnizoens-LOS Roermond.

Ik was de eerste in die functie, een heel nieuwe taak, die nog niet bestond. Enige lange maanden later werd dit vanuit Den Haag veranderd in Rayon LOS Limburg.

In de kazerne Maastricht en Venlo was een dpl vaandrig LOS werkzaam als hoofd. In de praktijk was de adjudant/sergeant-majoor van de sportgroep de werkelijke chef en was de vaandrig gewoon een lesboer net als de dpl. instructeurs met Academie.

Ik heb dat met “Den Haag” besproken en gevraagd om de 2 LOS-officieren functies te schrappen en daarvoor in de plaats de organisatie uit te breiden met 2 dpl. LOS instructeur.

De LOS groepen in Venlo, Roermond en Maastricht werden vanaf dat moment geleid door de 3 adj LOS of serg.maj LOS waarvan ik de commandant was. De garnizoen-cdt Roermond was mijn administratieve-cdt. Na enige jaren werden deze garnizoenen opgeheven en werd de nieuwe organisatie een Provinciaal commando voor o.a. de 3 kazernes. Mijn bureau was nog in het gebouw van het oude garnizoen in de stad Roermond, waar nog enige andere diensten waren ondergebracht. In overleg met de nieuwe Provinciaal cdt, een goede collega van mij, werd afgesproken, dat mijn bureau midden in het rayon op dezelfde plek zou blijven, maar dat ik alle besprekingen met zijn onder-cdtn zou bijwonen. Dit was meestal 1x per maand. Een uitstekende gelegenheid om het jaarprogramma en ook andere activiteiten van ons kenbaar te maken en maandelijks te “verkopen” aan de bazen in Limburg, waaronder ook de kazerne-cdtn. Langzaamaan begon toen het losweken van de LOS org. van de troepen-cdtn. De weg naar een eigen zelfstandig bedrijf liep in Limburg voortreffelijk. De eerste stap is in Limburg toch geweest, het geven van de leiding van de kazerne LOS groep aan de hoogste LOS onderofficier daar.

Ik ben zelf direct begonnen om opleidingen te volgen bij de sportbonden, steeds het hoogste: bondsoefenmeester, o.a. volleybal, handbal, judo, zwemonderwijzer, ski-leraar en tennis. Ik heb steeds de sportinstructeurs gestimuleerd om dat eveneens te doen, “Education permanente”. Zwemles geven in de Sportfondsen-baden verlangt toch een diploma dus moeten onze instructeurs dat ook hebben.!

De volleybalbond en de NSF vroegen mij om trainersopleiding te geven, en om examinator te zijn bij zwemleraar, judo-leraar, enz. De NSF vroeg mij als cursusleider en het Ministerie van Sport als Rijks-gecommiteerde, dit houdt in toezichthouder bij de examens en opleidingen, waarbij het handhaven van het niveau van de cursus en de inhoud van de mondelinge en schriftelijke examens de taak was van deze job.

Ik werd tevens uitgenodigd om lid te worden van de vereniging van de dames&heren Academie Lichamelijke Opvoeding.

In een rustig tempo ben ik begonnen met de nodige veranderingen en aanpassingen uit te voeren en de gang van zaken van onze sportgroepen te structureren. Het was van beide zijden geven en nemen. Waar ik nogal stevig aan heb gewerkt, was onder anderen kennismaken met de collega’s van deze 3 groepen door o.a. gezamenlijke activiteiten te organiseren en aan te bieden.

1. Samen opleiding pistoolschieten, in Venlo (wacht-c !)
2.Gehandicapten sportdag in de kazerne Roermond voor 600 personen uit heel Limburg. Verschillende demo’s, lekker eten in de soldatenkeuken, rondrijden in militaire auto’s, enz..

3. Een surf- en BBQ dag op en aan de Maas.

4.Bezoeken aan Eupen KMILO ( LOSS sportschool België) met langlauf training door een docent van Eupen.

5.Bezoek aan Duitse Militaire sportinstituut in Warendorf Munsterland. Met uitvoerige voorlichting en ervaringen.

6.Bezoek en kennismaking aan het Belgisch sportcentrum in Keulen en de Nationale Duitse Sport Hoogschule.

7.Kennismaken met het Provinciaal Commando en de stad Maastricht met diner in de off.mess D’Alsace.

8.Vliegbasis Kleine Broegel. Rondleiding op de basis en de uitleg van de taak van de LOS organisatie op de militair vliegbasis. Met een smakelijke Belgische Lunch.

9.Bezoek en een sportwedstrijd aan het Para-centrum van de Belgische Para’s in Schaffen met een demonstratie parachutespringen, sport ontmoeting en met een Belgische maaltijd.

Ik ben beslist iets vergeten, maar dit alles heeft een heel belangrijke bijdrage geleverd aan de saamhorigheid van ons totaal team. Toen de Tapijnkazerne als eerste in Limburg werd gesloten, heb ik gezorgd dat alle leden van deze sportgroep een nieuwe functie elders kregen die ze wensten.

Het HQ Shape in de Mergel-groeve op de St. Pietersberg in Maastricht, het personeel van het Provinciaal Militair Commando, een Nederlandse verbindings-cie in de Ambiorix-kazerne in Tongeren en Afcent Brunssum werd het werkterrein van de ervaren sportinstructeur Louiwie Gossieau. Hij is door mij grondig begeleid en ingevoerd in de nieuw job,

In dezelfde tijd werd ook HQ Rheindahlen NORTHAG en 2ATAF opgenomen in ons Rayon als een officiële LOS groep, 3 Nederlandse compagnieën: Signals cie, Transport cie en Stafcie NL. Een lagere school en LOS voor de daar werkende militairen. Sport activiteiten voor de daar wonende Nederlandse gemeenschap, in de vrije tijd. Ook hiervoor werd daar een der sportinstructeurs van Maastricht geplaatst voor 5 jaar (Bert Hochstenbach). Hij is met zijn gezin naar Duitsland verhuisd. Ook hij is begeleid en ingewerkt en heeft pionierswerk verricht als de 1e sportinstructeur van deze plaatsing in het buitenland. Uitstekend uitgevoerd! Bij terugkeer naar Nederland heeft hij de functie Maastricht overgenomen.

parachute2
parachute
parachute3

Mijn contacten breiden zich uit naar:
- Royal Airforce Bruggen, Sportoff. Captain Roger Nicolles en Ann, mijn vriend en collega, die in 1982 ook gezorgd heeft voor mijn Kennismaking met golf als lid van de 18 holes baan op de base.
- Legerplaats Budel met 3000 soldaten sportofficier Hauptman Horst Peeters en Elke, vrienden voor het leven.
- Vliegveld Kleine Breugel, commandant vlieger Dirk Beyart mijn tennis maatje.
- Commandant Jacques Billen Ambiorix kazerne Tongeren mijn belangrijk contact voor alles daar!
- Ivan Mousset en Lisette, para en commandant van de dispatchers, de opleiders van de para’s in Schaffen. Door hem kon ik in Schaffen samen met 4 sportinstructeurs de militaire valspringen opleiding volgen. De eerste mannen van de LOS organisatie. Mijn ingeschreven brevet bij de Cdt commando’s in Roosendaal had nummer 17.
- Richard Smid en Thérèse mijn makker bij het Belgische Judo team en perfecte organisator. Helaas overleden.
- Tom Kempkens, kapitein en Mientje. Mijn soulmate, net als ik een echte Limburger maar zeker ook beiden oprechte Nederlanders. Samen alle stormen overleeft en ook geschiedenis geschreven die enige naam mag hebben, wij hebben nog steeds zeer regelmatig contact.
- Wolfgang Schenk en Barbara, onze leermeester die ons in 6 jaar heeft opgeleid tot het diploma Militaire Ski-Leiter en nog 10 jaar lang 1week per jaar (vervolg opleiding). Dit alles op 3000 meter, de Zugspitse in Garmish-Partenkirche. Hij woont weer in Namibië in Windhoek waar hij is geboren, en waarmee ik nog steeds per mail contact heb.
- Overste Messersmidt, de commandant Nederlands detachement in Rheindalen, die mij alle steun heeft gegeven om de Nederlandse militaire sport daar mogelijk te maken en goed te laten landen.
- Pierre Keunen, dé man in Venlo en ook de 2 e man die 5 jaar in Rheindahlen werkte. Een echte militaire LOS man, en jaren lid van het militaire 5- kampteam. Een man van goud, betrouwbaar en vakman. Helaas is hij overleden na een noodlottige val met zijn mountainbike en enige dagen later overleden. Ik was bij dit afscheid.
- Henk Brits, kapitein en onze man in Roermond . Watersporter en cursus leider van zijn zwemonderwijzers opleiding. Een uitstekende groepsleider en stimulerend voor zijn medewerkers. Ook Henk is recent overleden. Ik was bij zijn afscheid.
- Joep Beckers, kapitein. De 3 e man in Rheindahlen. Scherm
meester, badmintonner en “uitbreider” van het pakket van Rheindahlen met een wintercamp voor het NLSig.sqadron. Een groot succes, 1 week voor de gezinnen en 1 week alleen voor de militairen. Ski-opleiding door “onze ski-leraren van het Rayon Limburg“. Een groot succes en heel professioneel geleid door Joep.
- Wil Philippen, adjudant en de 4e voor Rheindahlen, hij kreeg een 2e man om de uitbreidingen van de werkzaamheden te realiseren en uit te breiden met nieuwe aanpak. Daarna werd hij hoofd LOS in Venlo. Een prima kracht en uitbreiding en versterking van ons rayon.

Rest nog de afsluiting van mijn verhaal met een zwarte dag van de LO&S organisatie.

Alle sportofficieren die opgeleid zijn op de SMLO, hebben gereageerd op een regelmatig verschijnende landmacht mededeling, met de inhoud om zich aan te melden voor de selectie voor de toegang tot de SMLO. Bij de start van deze selectieweek werd bekend gemaakt hoeveel kandidaten toegelaten zullen worden. Ook stond daar in, dat de geslaagden voor het eindexamen, in hun loopbaan de eindrang van majoor kunnen bereiken, doch 1 of 2 jaar later dan hun jaargenoten van officieren die bij een wapen of dienstgroep dienden, omdat LOS een specialisme is, zoals er meer zijn.

In 1970 werden alle LOS officieren bijeen geroepen door een kolonel van de Militaire Administratie. Er bleek achteraf dat hij belast was met reorganisaties van de KL. Hij deelde mee, dat vanaf die dag begonnen werd met de LOS. De officieren van deze groep kunnen hierin alleen dienen, als zij in bezit zijn van het diploma Sport Academie. Zij die dit niet hebben, zullen afvloeien, terug naar hun oorspronkelijke wapen waar zij toe behoorden.
Alsof er een bom viel. Niemand van de LOS had ons vooraf ingelicht over dit besluit! Laf? Er werd gezamenlijk door de slachtoffers geprocedeerd. In 1e instantie kregen wij gelijk, maar in het vervolg proces besliste de rechter dat dit wel was toegestaan. De bevelhebber besloot, dat de getroffenen mochten kiezen naar welk krijgsmacht deel zij wensten te worden over geplaatst, maar ook konden zij blijven, doch met de eindrang kapitein. Er zijn vreselijke zaken gepasseerd met de collega’s die vertrokken. Omdat zij niet die uitdagende functies aangeboden kregen, die zij verwachtten, zij hadden immers geen enkele ervaring, na 10 jaren binnen de LOS, bij hun oude dienstvak! Alle officieren die in die tijd 3 jaar de Academie volgden, in Den Haag (in de tijd van de baas!), bleven.

Dit was voor mij duidelijk een reden om mijn keuze voor de LOS te handhaven. Ik had nog 5 jaar de tijd om definitief afscheid te nemen van de majoors rang, door dan een handtekening te plaatsen onder de brief van de bevelhebber, nadat ik voor de 3 e keer was gepasseerd voor bevordering.

Henrik Meyers, Lou Bouwmeester, Harry van Meegen en ik bleven. Samen hadden wij al langer contacten met elkaars familie. Zelf heb ik toen besloten om er evengoed wat moois van te maken en bovendien zou niemand mij kunnen verwijten dat ik niet een stinkend goede, maar aparte sportofficier zou zijn.

Toch had de LOS weinig geleerd. Bij de bevordering tot serg-maj LOS moesten ook daar een aantal afvallen van diegene die toegelaten waren tot deze serg-maj.cursus , niet op kwaliteit maar op aantal beschikbare functies. Ook daar hetzelfde beeld. IK heb nogal wat vaklieden zien vertrekken, net als bij de sportofficieren, dit was echt een verlies voor de LOS.
Ik heb een prachtige en gewenste loopbaan gehad, waarin ik heel veel heb geleerd, en waarin ik mij heb ontplooid als een goede en betrouwbare vakman, aldus de loffelijk woorden die mij vele malen zijn toegezwaaid.

Gène, tweede dan

De Militaire judo selectie

Nederland was na de oorlog geen judo-land. Er waren enige “sportscholen” die allerhande sportactiviteiten aanboden. Er was door de oorlog geen sportcultuur ontwikkeld, dus het stelde niet zo veel voor. De opkomst en succes van Anton Geesink kwam als geroepen en deze scholen begonnen ook direct judo aan te bieden, naast hun aanbod voor dames- en kinderactiviteiten, vaak ook zwemles. Later kwamen judo leraren opleidingen, o.a. op het CIOS!, waardoor er ook judoclubs ontstonden. De judobond JBN groeide daardoor hard. Sportscholen en verenigingen in één bond zorgde nogal regelmatig voor spanningen in de bond en er was ook nog eens een andere bond!

De CISM begon met een judo-wereldkampioenschap, de 1 e in Wenen in 1966. Majoor Storm van de LOS benaderde mij via Jan van Delft, sportofficier in Utrecht, of ik belangstelling had om ploegleider te worden. Anton Geesink had ook al een judo leraar cursus voor de KL gegeven. Nog al wat strubbelingen met de bond, want Anton had geen bond leraar benoeming. Het kwam toch nog goed en iedereen werd formeel tot leraar benoemd.
Adj-LOS en judo leraar Maus werd trainer, adj-LOS De Blok verzorger en ik de organisator en chef d’Equipe. Alle krijgsmacht onderdelen kregen bericht en werden verzocht judoka’s ter beschikking te stellen en ik “mocht” dat verder organiseren.
Ik ging aan de slag! De BIMS stuurde via de sportorganisaties KL, Luchtmacht, Marine en Mariniers een formeel bericht over deze oprichting met het verzoek om hun medewerking te verlenen. Via de militaire bladen van deze 4 krijgsmachtdelen volgde een bericht dat wij gestart waren met een nationale militaire judo selectie. JBN werd benaderd om diverse malen via een mailing een oproep te plaatsen, aan de clubs en scholen. Wedstrijd judoka’s konden zich persoonlijk aanmelden. Ook kregen de kazerne sport organisaties van de krijgsmachten een verzoek om mee te werken aan de werving.

Melden via opgave van: naam, rang, registratienummer, naam en adres van het onderdeel en van de cie-cdt met telefoonnummer. Natuurlijk ook de judo prestaties van het laatste jaar en de judoband met de clubnaam en telefoonnummer. Dit allemaal om de noodzakelijke en belangrijke contacten van de deelnemers te kunnen gebruiken.
Alles opsturen naar mijn militair adres. Het lukte goed.

Wil Philippen (li) en Tom Kempkens (mi).

Ik maakte een totaallijst van alle judoka’s en leiding voor de BIMS, 3 judoka’s per gewicht voor de 1 e oproep brief. Adjudant De Blok regelde in Utrecht een sportzaal in de kazerne vlak bij het station en alle andere regelingen nodig voor een 1 e training en kennismaking. Ook de Cdt van de Utrechtse kazerne kreeg een brief met info en het verzoek om een retour bericht met zijn akkoord bevestiging.
Het lukte om een eerste groep samen in Utrecht bij elkaar te krijgen, we waren vertrokken!

Het groeide heel snel, zo zelfs dat er per gewichtsklasse slechts een drietal judoka’s mochten worden geselecteerd. In het begin gingen we aansluitend nog trainen bij Anton maar soms was hij er gewoon niet of er waren slechts toppers aanwezig die onze judoka’s als “punchballen” gebruikten, zeker ook niet bevorderlijk, direct na onze eigen training!
Wij namen afscheid van Anton. met dank voor de steun!

Intussen had ik telefonisch een goede relatie opgebouwd met de directe cdtn van de deelnemers. Heel goed om er voor te zorgen dat afmelden en problemen makkelijker konden worden besproken en opgelost.
Al spoedig hadden wij ook een ploegarts die de medische begeleiding en behandelingen deed : Frank Bertina.

Het eerste WK was in Wenen. Wij boekten een groot succes en kwamen met 4 medailles en een 2 e teamplaats naar huis. Dat betekende een prima start en een goede naam. Bij elke uitzending ging een scheidsrechter mee. Dat was Wim Boersma. Een zeer aimabele man. Eigenaar van de goed georganiseerde Sportschool Boersma (Amersfoort), die hij samen met zijn vrouw leidde. Van hem heb ik veel geleerd, want hij was in de judowereld zeer bekend, ook al omdat hij vaak als teamleider meeging naar wedstrijden in het buitenland.
De teamleiding werd later gewijzigd. Sgtn Jan Nagelkerke en Tom Kempkens, beiden LOS, werden de 2 nieuwe mensen. Ik was intussen goed ingevoerd als “manager”.

In Roermond was de sportschool Royakkers, waar ik zelf regelmatig mee trainde met de judoka’s die overdag voor hun volgende band oefenden, vooral techniek. Na enige jaren waren wij een van de topteams van de BIMS. Elk jaar een volle agenda en vele fraaie resultaten!

Trainingskampen: 1. Fontainebleau in Parijs 2. Duitsland Sportschule Warendorf 3. België KMILO Eupen 4.Nederland Open kampioenschappen Kerkrade met een trainingskamp 5.Internationale zomerschool Papendal. Aan al deze ontmoetingen namen diverse wisselende buitenlandse teams deel.
Daarnaast diverse wedstrijden op uitnodigingen van de sportscholen in Nederland. Intussen kwamen, toen Tom trainer was, ook diverse Nederlandse top judoka’s naar onze trainingen. Voor onze judoka’s uitstekende sparring partners! Tom was intussen bestuurslid begeleiding topsport JBN.

Na enige jaren werd een Permanent Technical Commitee opgericht, waar 8 landen lid van waren. Ik was namens Nederland als lid benoemd. Voorzitter was Brigade generaal Jozef Herzog uit Oostenrijk. Dit commitee was belast met alle werkzaamheden en taken om landen te doen toetreden tot het WK. De plaatselijke WK organisator bij te staan en het niveau op de juiste hoogte te houden. Vooraf controle (laten) uitoefenen op de gang van zaken en alle documenten aan te reiken nodig voor het WK. Tijdens het WK lijfelijke ondersteuning te verlenen door taken over te nemen i.o.m. het org.-commitee.

gehandicapten sport Arnhem 21 juni tot 5 juli 1980

Paralympics

Henrik Meyers was door de minister voor 4 jaar uitgeleend aan het organisatie bestuur van de Spelen als technisch directeur. Velen van deze bestuurders waren oud-militairen met zeer veel ervaring in leiding gevende jobs op hoog niveau, zo ook de kapitein Henrik Meyers.
Hij heeft alle wedstrijd regels zodanig geformuleerd, dat ze als basis dezelfde regels hanteren als de reguliere sport met de aanpassingen zover als nodig om op dezelfde wijze de sporten te kunnen beoefenen.

Ook het totale wedstrijdprogramma voor alle sporten en volgens de geldende regels vwb de indeling van deze competitie en de accommodatie die voldeed aan de eisen zoals volgens de reguliere sporten. Een jarenlange klus waar hij met veel verve met succes heeft gewerkt.

Zes maanden voor aanvang heeft hij een 4 tal collega’s sport officieren gevraagd of zij een deel willen leiden. Ik werd gevraagd voor het zwemmen in het zwembad in Veenendaal. Ik heb met plezier toegezegd.

Het bijgevoegde fotoboek spreekt voor zich zelf. Hare Majesteit Koningin Beatrix heeft als eerste het zwemevenement bezocht. Alle landen en de teamleiders kwamen daar en leerden mij kennen. Ook na de wedstrijden in de bar van Papendal ontmoeten wij iedereen. En hier werden ook afspraken gemaakt voor de toekomst en toezeggingen om verder te gaan en steun te verlenen aan de organisaties. Ik werd benaderd door de leiders van Goalball, een sport voor blinden. IK heb toen niet definitief toegezegd, maar beloofd dat ik een haalbaarheidsonderzoek zou doen, om te bekijken of mogelijk de stad Roermond zich kandidaat wilde stellen. Alle serviceclubs en het gemeente bestuur in Roermond, voldoende om op te starten met een voorlopig bestuur en sponsorwerving. Ik werd bestuurslid en tevens sportdirecteur. De SPGN was een feit !! Zo is het gestart en met succes in Roermond georganiseerd: 27 dames- en heren teams uit evenveel landen waren in de stad te gast.

  • Gene 7
  • Gene 3
  • Gene 9
  • Gene 4
  • Gene 5

Hierna volgde nog:
- WK Rolstoel Basketbal Dames en Heren, 28 landen
- WK Volleybal staand, 8 landen Dames en Heren en zittend dames 14 teams en Heren 20 teams
- De dames hadden nog geen toegang tot de Paralympics, omdat daarvoor ook een eigen WK nodig was. Dit hebben wij apart in Maastricht gerealiseerd, wat de weg voor alle damesteams wereldwijd openden naar de Paralympics! o.a. Mongolië, Iran, USA en Europese landen. Er moesten namelijk 3 werelddelen en 8 landen deelnemen. Het is gelukt, dankzij de medewerking van de sport directie en het bestuur van stad Maastricht.
- WK tafeltennis Dames en heren enkel en dubbel, in totaal 150 deelnemers enkel- en dubbelspel 16 landen.
- Clinic training van Bestuursleden en organisatie medewerkers na het vallen van de muur om hun wegwijs te maken over de Europese organisatie en coaching van opbouw van de Europese organisatie en hun eigen start. Intussen was ik aangesteld al Sport Director van deze bond. Mijn taak betrof de organisatie van de Europese competitie en structuur te geven aan deze wedstrijden op het vereiste niveau. Omdat de nieuwe bestuurders in deze landen uitstekende en goed geschoolde mensen waren, ging alles steeds beter en professioneler.
- Een clinic voor de artsen die de keuring van de atleten voor de wedstrijden deden. Zij kregen een aantal punten. Deze bepaalde welke spelers tussen de lijnen mochten meespelen, opgeteld mocht het voorgeschreven aantal niet worden overschreden. Er scheelde nogal wat aan de hantering van de normen van deze controleurs. Het niveau en de ervaring van deze mensen moest dringend worden herzien, teneinde de kampioenschappen eerlijk te laten verlopen.
- Een symposium samen met Gehandicapten sport Nederland.

Enige deskundigen met kennis en ruime ervaring onder voorzitterschap van Pierre Van Meenen , Frankrijk, president van de Europese Volleybalbond en directeur van de Wereldbank de Pais Bas in Genève Zwitserland,

Thema: Hoe verder met onze sporten in de huidige snel veranderende wereld? Plaats: Roermond, het Van de Valk hotel. Diverse sponsoren maakten de deelname voor de leden van deze belangrijke bijeenkomst kosteloos, met dien verstande dat slechts 2 deelnemers per land mochten deelnemen.
Vooral ontwikkelingslanden werden uitgenodigd.
Het was een succes.

Bij elke WK werd een “ Training on the job” georganiseerd voor deelnemers van 25 tot 35 jaar. Inschrijven kon via de nationale gehandicapten organisatie. Reiskosten, kleding, hotel en zakgeld was voor rekening van de SPGN. De taak was: Observatie, meewerken, interviews, dagelijks evaluatie en eind discussie en verslag. Een excursie naar het moderne Revalidatie Centrum Hoensbroek in midden-Limburg. Iedereen kreeg een getuigschrift van de SPGN mee.

Medewerkers/sters waren 40 senioren die deeltijds werden ingezet. Leerlingen van de KMS die de teams begeleiden als suportofficer. 27 Scholen maakten kennis met de gehandicaptensport door coaches van Gehandicaptensport Nederland. Info en zelf gehandicaptensporten bedrijven. Tijdens de wedstrijden ballenjongens en meisjes. Iedereen kreeg een T-shirt. Ze mochten komen kijken, als ze het shirt aan hadden en familieleden mochten dan ook gratis binnen!

Paralympics in Atlanta USA, Sydney Australië en Athene Griekenland.

Ik ben wel nogal “beloond” in die tijd:
- Ridder in de orde van Oranje Nassau
- De Gouden Speld van de BIMS Uitgereikt door generaal majoor Odulfie in Den Haag
- Bond Ridder van de JBN
- de Audrey Hepburn trofée Gehandicapten sport Nederland
- Officer of the CISM order of Merit in Senegal

Nog te melden, WK CISM Kampioenschap in Bergen op Zoom/Ossendrecht 28 landen.

WK Judo in Maastricht JBN 106 deelnemende landen.

In 2000, bij onze verhuizing naar België Maaseik, heb ik mij ingeschreven bij de Stads Academie Muziek. Maaseik. Een opleiding van 10 jaar waar alle facetten van de muziek aan bod komen, Na 3 jaar volgde daarbij ook een instrument bespelen bij het saxofoon ensemble. Ik speel sax-alto. Dat heb ik alles bij elkaar 18 jaar gedaan met heel veel enthousiasme en veel optredens.

De Stichting Promotie Gehandicapten Nederland: SPGN werd in 1984 in Roermond opgericht. Ik was bestuurslid, medeoprichter en Sportdirecteur. Wij hebben al deze evenementen georganiseerd en de gelden bijeen gebracht om alles op wereld niveau professioneel te realiseren.

Mijn team bestond voornamelijk uit oud collega’s. Heerlijk om het allemaal met de “oude maten” voor elkaar te brengen.

Wat eigenlijk alleen maar telt bij het organiseren, zoals verteld in dit verslag, over deze sportwedstrijden is: De speelvreugde en de blije en contente gezichten van deze sporters/sters als ze bezig zijn met hun echte sport.

Zij zijn niet gehandicapt, maar hebben slechts beperking in hun bewegen!

Publicatiedatum: 27 mei 2021