Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 

STATISTIEK
METEN IS WETEN (deel 2)

Door Maarten Groot

Van de A-Cie is 2 maanden lang het loopuithoudingsvermogen van het gehele 1e peloton gemeten

In het eerste deel van deze artikelen reeks is de beschrijvende statistiek behandeld. In dit deel zullen Inferentiële statistiek en omvang statistiek worden besproken. In het laatste deel zal dan een aantal praktische voorbeelden worden gegeven om met Excel 2016 data om te zetten naar relevante informatie.

Inferentiële statistiek
Met Inferentiële statistiek kan een sportinstructeur met informatie van een groep of peloton  algemene conclusies trekken over een gehele compagnie of bataljon.
Voorbeeld: De A-Cie is 2 maanden op wintertraining geweest en na terugkomst is het loopuithoudingsvermogen van het gehele 1e peloton gemeten. Uit die metingen kwam naar voren dat het loopuithoudingsvermogen is afgenomen, dan kan worden aangenomen dat dit voor het 2e en 3e peloton ook geldt, mits deze dezelfde training hebben gevolgd en qua samenstelling overeenkomen met het 1e peloton.

Omvang statistiek
Omvang statistiek stelt een sportinstructeur in staat de mate van een verandering te beschouwen en te beoordelen of deze significant is of niet. Met significantie wordt bedoeld dat een verandering te groot is om door toeval te worden veroorzaakt. Maakt het in het eerder genoemde voorbeeld uit of het gemiddelde uithoudingsvermogen met 10% of met 30% is afgenomen?

Om hier antwoord op te geven kan de kleinst relevante verandering worden berekend. De mogelijkheid om een belangrijke verandering in een fitheidstest te kunnen ontdekken hangt af van de validiteit en betrouwbaarheid van die test.

Er zijn een aantal manieren om de kleinst relevante verandering te bereken, maar een relatief eenvoudige manier is om de standaarddeviatie met 0,2 te vermenigvuldigen.
Voorbeeld: een groep mannelijke infanteristen heeft een 12 minutenloop afgelegd. De standaarddeviatie van de resultaten was 260 meter. De kleinst relevante verandering voor deze groep is dus (0,2*260=) 52 meter.

Effect size
Effect size (ES) is een manier om het effect van een trainingsprogramma in beeld te brengen. Hiermee kunnen dan verschillende trainingsprogramma’s met elkaar worden vergeleken. Bijvoorbeeld een AMO klas die 8 weken looptraining heeft gehad middels een interval trainingsmethode en een AMO klas die 8 weken looptraining heeft gehad middels een duur trainingsmethode, waarbij het totaal gelopen kilometers gelijk is. De ES geeft dan aan welke trainingsmethode gemiddeld voor de meeste progressie heeft gezorgd. Dit kan helpen bij het maken van keuzes in toekomstige trainingsprogramma’s.

Het effect kan worden berekend door het verschil of verandering van de gemiddelde score te delen door de standaarddeviatie van de eerste meting of pretest. 

 

Bijvoorbeeld: van een groep genisten was de gemiddelde tijd op een 40m spint 5,04 seconden met een standaarddeviatie van 0,25 seconden. Na 12 weken sprinttraining was de gemiddelde 40m sprint tijd 4,93 seconden. De ES is dan (4,93-5,04)/0,25= -0,44.

Er zijn verschillende schalen beschikbaar om de grootte van de ES te vergelijken, meest praktisch toepasbaar is om de referentie waarde uit de onderstaande tabel te gebruiken.

In bovenstaand voorbeeld gaat het om een sprint, waarbij een vermindering in tijd een betere prestatie betekend. Beschouw in dit voorbeeld dan ook -0,44 als 0,44. Deze waarde valt tussen 0,2 en 0,6 en zou dus betekenen dat de trainingsperiode een klein tot matig effect heeft gehad op de sprint prestatie. Nu is dat ook niet zo heel opmerkelijk omdat snelheid over het algemeen ook een van de minst trainbare eigenschappen is. In dit geval zou het ook interessant kunnen zijn om naar de ES te kijken van ander 12 weeks trainingsprogramma’s gericht op het vergroten van de snelheid bij genisten.

Ontwikkeling van een atletisch profiel

Zoals in het eerste deel van deze reeks is omschreven kan een beginsituatie van de militairen in een eenheid vast worden gesteld door een aantal sport motorische testen af te nemen. Met de resultaten van deze testen kan per individu de ontwikkeling van zijn of haar atletisch profiel worden bijgehouden.
Voor het evalueren van de ontwikkeling van een atletisch profiel zou de sportinstructeur de volgende 6 stappen kunnen doorlopen:

1.      Selecteer testen die de grond motorische vaardigheden meten die ook terug komen in de taak uitvoering van de militair. Bijvoorbeeld een lader van een 120mm mortier die moet kunnen wenden en keren tijdens het in stelling komen. Daarnaast moet hij/zij voldoende kracht in het bovenlichaam hebben om tijdens een fire mission enkele malen een granaat van 18 kg boven de schouders te heffen.
2.      Kies gevalideerde (standaard)testen die datgene meten wat je wilt weten en organiseer de testbatterij in een vaste volgorde. Om de betrouwbaarheid te vergroten is het van belang voldoende rust te organiseren tussen de verschillende test onderdelen.
3.      Neem deze test bij zoveel mogelijk militairen uit jouw doelpopulatie af.
4.      Bepaal de kleinst relatieve verandering en vergelijk de testuitslagen met referentie categorieën. Het is aan te bevelen de testuitslagen zelf op te slaan om zo eigen normeringen op te kunnen stellen voor jouw specifieke trainingspopulatie.
5.      Zorg voor meerdere test momenten om zo de trainingsvoortgang inzichtelijk te maken voor de trainingspopulatie. Daarbij kan regelmatig voortgang testen bijdragen aan een growth mindset en het helpen met het stellen van realistische trainingsdoelstellingen.
6.      Gebruik de testresultaten om sterktes en zwaktes van individuen te onderkennen en een trainingsprogramma te ontwikkelen en hier op in te spelen.

120mm mortier

Samenvatting

Grond motorische eigenschappen en lichaamssamenstelling kunnen worden verbeterd door een gericht trainingsprogramma. Sport motorische testen kunnen worden gebruikt om een beginsituatie vast te stellen en de ontwikkeling gedurende trainingsperiodes te volgen. Verder geven de resultaten van deze testen inzicht in de effectiviteit van het gevolgde trainingsprogramma. Om een beginsituatie te evalueren bestaan verschillende normtabellen, of kan door middel van het verzamelen van test resultaten zelf een normtabel worden ontwikkeld. Statistische grootheden zoals gemiddelde, standaarddeviatie, percentiel score, kleinst relevante verandering en effect size zijn hiervoor bruikbare middelen om zowel op groeps- als individueel niveau verbeteringen in de fysieke vaardigheden te evalueren.

In het laatste deel van deze reeks worden een aantal praktische tips gegeven om de bovengenoemde statistische grootheden door Exel 2016 te laten berekenen.

Publicatiedatum : 18 juni 2021