Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 

OLYMPISCHE WINTERSPELEN PYEONGCHANG 2018
INTERVIEW MET REPORTER HANS VAN ZETTEN

Door: Wil Maaswinkel

De LO&Sportorganisatie is van vele markten thuis, met de nadering van de Olympische Winterspelen in het Zuid-Koreaanse PyeongChang leek het de redactie een leuk idee hier een serie aan te wijden. En na kort in het geheugen gegraven en wat navraag gedaan te hebben, kunnen we met gepaste trots een vijftal (oud-)collega's aan het woord laten over hun wintersportpassie. Later deze maand komen Jeffrey Bignell, Peter Crooymans, Lino Ottenhof en Niels van Woerkum nog aan bod, nu bijt commentator Hans van Zetten het spits af en luisteren we straks weer allemaal vol bewondering naar diens markante, enthousiaste en vooral kundige stortvloed aan woorden.

Hans, ongetwijfeld kennen veel bezoekers van www.fitforaction.nl je als sportverslaggever maar weten ze minder over je militaire (sport)carriere. Kun je jezelf introduceren?
“Voordat ik kon overstappen van de studie Economie naar Lichamelijke Opvoeding, moest ik eerst de militaire dienstplicht vervullen. Als HBS-B’er werd ik ingedeeld bij de artillerie en tot batterijofficier opgeleid. In november 1971 zwaaide ik af, startte de HALO en werd trainer/coach bij de lokale gymclub Pro Patria in Zoetermeer. Vanaf 1977 tot 1986 was ik als bondscoach vrouwenturnen op Papendal werkzaam. Daarna stroomde ik “horizontaal” in bij de KL: van reserve officier werd ik beroepsofficier bij de luchtdoelartillerie. Alle operationele functies heb ik doorlopen in de rangen kapitein en majoor om uiteindelijk in de rang van luitenant-kolonel aangesteld te worden tot docent luchtverdediging/airspace management aan het Instituut Defensie Leergangen. Tenslotte kwam de Defensie Topsport Selectie op mijn pad. BIMS zocht een coördinator. Met die functie heb ik mijn militaire loopbaan na de Spelen van Athene in 2004 afgesloten. Kees Meijll nam de functie over.”

Bij welke Olympische Spelen ben je allemaal geweest? Wat kun je je nog van je allereerste ‘deelname’ herinneren en wat zijn je mooiste Spelen tot nu toe?
“NOS Sport zocht in 1986 naarstig naar een turncommentator, die Klaas Boot kon opvolgen. Dat werd ik en zo werden de Zomerspelen van Seoul 1988 mijn eerste als televisiecommentator. Na Barcelona 1992, Atlanta 1996, Sydney 2000, Athene 2004, Peking 2008 en Londen 2012 waren de Spelen in RIO 2016 mijn achtste. De gouden rekstokoefening van Epke Zonderland in Londen en de gouden evenwichtsbalkoefening van Sanne Wevers in Rio hebben de turnsport in ons land echt op de kaart gezet. Als turncommentator zijn dat de absolute hoogtepunten. Inmiddels zijn we in de Olympiade 2017-2022 beland. Ik ben erg benieuwd wat Tokyo ons gaat brengen.”

Hans, voor veel Nederlanders zijn Olympische Winterspelen vooral lange baan schaatswedstrijden. Jij geeft commentaar bij het kunstschaatsen. Hoe is je belangstelling voor dit onderdeel onstaan en wie zijn je (all time) favorieten?
“Evenals vrouwenturnen en ritmische gymnastiek zijn kunstrijden op de schaats en ijsdansen ook artistieke sporten met sportballet als een van de basisvaardigheden. Ballet en dans hebben mij altijd geboeid. Ik ben er functioneel mee opgegroeid. Als trainer/coach werkte ik elke dag met een choreografe en pianist in de turnzaal. Momenteel bezoek ik als vriend van Het Nationale Ballet elke grote productie in de Stopera te Amsterdam. Daarnaast ben ik sinds drie jaar een gepassioneerd stijldanser geworden.  Vandaar mijn affiniteit met de artistieke schaatsdisciplines, ook al heb ik zelf nooit echt geschaatst. NOS Sport zocht na de Winterspelen 1994 in Lillehammer een opvolger van Joan Haanappel. Dat ben ik geworden. Na Nagano 1998, Salt Lake City 2002, Turijn 2006, Vancouver 2010 en Sotsji 2014 wordt Pyeongchang 2018 alweer mijn zesde Winterspelen.”


Op welke manier bereid jij je voor op kunstschaatsen, je vindt niet vaak (achtergrond)artikelen in de media. Interview je vaak deelnemers en hoe bewaar je jouw journalistieke onafhankelijkheid?

Als sportcommentator verbind je de televisiekijker met de sportbeelden. Dat vereist enerzijds empathie met de kijker en anderzijds sportkennis. Verbale duiding is het instrumentarium. Je neemt de kijker mee in de wedstrijd. Dus vooral niet moeilijk of gewichtig doen. Sportbeleving, eenvoudig taalgebruik en af en toe een beetje humor. Doel is dat velen (en vooral niet-kenners) er plezier aan beleven en geboeid de uitzending blijven volgen.

Een belangrijk element van de sportkennis tref je in de waarderingsvoorschriften van de betreffende sportdiscipline, de zogenaamde Code of Points. Daarin staat waaraan een compositie moet voldoen qua inhoud en uitvoering. Schrijvende journalisten houden interviews. Ik lees ze en gebruik wat ik nodig heb. Als televisiecommentator ben je geen onderzoeksjournalist. Ik geef live duiding bij live sport. Mijn persoonlijke sportbeleving klinkt daar nadrukkelijk in door. Ik doseer wel, soms hebben beelden geen verbale duiding nodig. Dan houd ik mijn mond. Anderzijds kan ik me ook laten gaan, zoals bij Epke op 7 augustus 2012 in Londen.”


Wat zijn de verschillen in het commentaar geven bij turnen en kunstrijden op de schaats?

Kunstrijden op de schaats en ijsdansen vinden altijd op muziek plaats. Het audiovisuele totaal brengt de kijker in een soort droomwereld. Houd het commentaar tijdens de kur dus kort en sober. Verstoor de persoonlijke beleving van de kijker niet. Bij de slow-motion beelden na afloop is ruimte genoeg voor duiding. De conclusie is de score die de sporters krijgen zittend op kiss-and-cry bank.

Bij turnen gaat alles veel sneller. In team en meerkampen wordt op meerdere toestellen gelijktijdig geturnd. De regisseur ter plekke bepaalt wie in beeld wordt genomen. Daar moet je als commentator snel op reageren. Dat vereist super alertheid, zowel sporttechnisch als journalistiek. Maar dat ben ik gewend. Met de turnsport ben ik opgegroeid: als kind, wedstrijdsporter, trainer/coach en daarna al weer 32 jaar als televisiecommentator.”

Publicatiedatum: 08 januari 2018