In deel 1 en deel 2 van deze serie is vooral gekeken naar individuen en teams met een prestatie doel. In dit derde deel van de master performance sport & health werd meer gekeken naar de implementatie van trainingsprogramma’s in organisaties, verenigingen of clubs en naar deze organisaties zelf.
“Organisaties met een duidelijke visie presteren beter dan organisaties die dat niet hebben! Een visie is het gedroomde toekomstbeeld van een organisatie en sluit aan bij (verwachte) ontwikkelingen in de maatschappij.
Wat zijn de ambities van de organisatie voor de komende vijf of tien jaar? Waar wil het ten opzichte van andere organisaties in uitblinken? Een gezamenlijke visie creëert draagvlak voor verandering, verbindt mensen en zorgt voor inspiratie en doelgerichtheid.”
Opdracht voor dit thema was om onderzoek te doen naar de visie van de organisatie met betrekking tot de prestatie doelen. Hiervoor heb ik een focus groeps interview uitgevoerd met een doorsnede van de LO&Sportorganisatie.
Na afloop is het interview gecodeerd en gekeken naar de meest genoemde trefwoorden. Door hiervan de aantallen te kwantificeren ontstond een volgorde. De aanname is dat trefwoorden die vaak genoemd worden, belangrijker zijn dan trefwoorden die minder vaak werden genoemd.
Op basis van de huidige visie en de resultaten uit het focusgroep interview kwam ik tot de onderstaande visie voor de LO&Sportorganisatie. Belangrijk om te vermelden, is dat ook in wetenschappelijk onderzoek “één is geen” geldt. In het geval van focusgroeps interviews horen eigenlijk meerdere uitgevoerd te worden totdat saturatie wordt bereikt. Saturatie wil zeggen dat er geen nieuwe trefwoorden meer worden toegevoegd door de geïnterviewden. Gezien de opleidingstijd was dit echter praktisch niet mogelijk en is het bij één interview gebleven.
Visie
Met een gevulde organisatie van vakbekwaam personeel draagt de LO&Sportorganisatie bij aan het verhogen van de operationele gereed stelling van de Defensie onderdelen. Door gerichte trainingsprogramma´s gedurende de gehele loopbaan ontwikkelen militairen zich op zowel fysiek als mentaal vlak.
De LO&Sportorganisatie wordt gezien als relevant als kennisadviseur op het gebied van training van de fysieke fitheid en mentale weerbaarheid. Het personeel voelt zich betrokken, en is trots op de behaalde trainingsresultaten.
Verder garandeert de LO&Sportorganisatie met het gereed stellen van een Gravendienstpeloton dat gevallen militairen waardig terug kunnen keren naar hun familieleden.
Met het vormen van een Defensie brede sportorganisatie zijn we in staat onze vakkennis te delen en te verspreiden. Medewerkers zijn hierdoor ook in staat om een functie te bekleden passend bij de levensfase of ontwikkelingsbehoefte.
Succesformule
Door de komende jaren te investeren in de doorontwikkeling van interne functie opleidingen wordt de vakkennis van medewerkers vergroot. Deze vakkennis wordt dan ingezet om tot wetenschappelijk bewezen effectieve en efficiënte trainingsprogramma’s te komen. Waarin militairen ‘tijd en plaats onafhankelijk’ kunnen werken aan de fysieke fitheid en mentale weerbaarheid.
Door regelmatig de fysieke fitheid en mentale weerbaarheid te meten kan deze worden gemonitord. Hiermee kunnen trends worden onderkend en de Defensieonderdelen tijdig worden geadviseerd over niveaus van fysieke fitheid en mentale weerbaarheid.
Door het samenvoegen van de bestaande sportorganisaties van de afzonderlijke Defensie onderdelen ontstaat een grotere organisatie met meer mogelijkheden voor personele mobiliteit. Militairen bij deze Defensie brede sportorganisatie volgen dezelfde opleidingen, waardoor zij over dezelfde vakkennis en taal beschikken.
Kritieke succesfactoren
Gedurende de gehele loopbaan volgt de LO&Sportinstucteur aanvullende functie opleidingen verzorgd door vakbekwame instructeurs van de Lichamelijke Oefening en Sport School.
Daarnaast heeft elke sportinstructeur beschikking over de Algemene Militaire Fitheid (AMF) meting. Met deze meting wordt periodiek de lichaamssamenstelling, kracht en het uithoudingsvermogen gemeten. Deze gegevens worden veilig en centraal opgeslagen. Middels een Defensie breed Training en Coaching Systeem heeft de militair gedurende de hele loopbaan inzicht in zijn fysieke fitheid. Met de toevoeging van blessure registratie en welzijnsvragenlijsten worden ook de gezondheid en mentale weerbaarheid verder in kaart gebracht.
Met het verhogen van de fysieke fitheid wordt de blessure kans verlaagd. Blessures hebben tot gevolg dat militairen opleidings- en trainingstijd missen, wat weer de individuele personele gereedheid verminderd. Daarnaast brengen blessures aanzienlijke medische en personele kosten met zich mee (16).
Implementatie trainingsprogramma
Naast bovenstaande opdracht werd in thema 4 ook teruggekeken of het trainingsprogramma uit thema 3 succesvol is geïmplementeerd. Hiervoor werd gebruik gemaakt van het RE-AIM framework. Eerst werden de belangrijke spelers voor de implementatie onderkend. Dat zijn in de eerste plaats de sporters/militairen zelf, maar ook de pelotonscommandant, senior instructeur, hoofd- en groepsinstructeurs, fieldlabmanager en personeel van de LO&Sportgroep zijn belangrijke spelers. Met het RE-AIM model wordt dan gekeken wat per functionaris belangrijk is. In tabel 1 is een overzicht van dit framework en vragen die daarbij gesteld kunnen worden voor en na de implementatie.
Conclusie was dat implementatie erg ingewikkeld is en zelden direct succesvol is. Gemiddeld duurt het nu zo’n 15 jaar voordat een wetenschappelijke bevinding ook daadwerkelijk is doorgevoerd in de praktijk. Denk bijvoorbeeld aan alle sportverenigingen of hardlopers op straat die voor hun training statische rekoefeningen uitvoeren, terwijl al heel lang bekend is dat dit op z’n minst niet effectief is, maar juist zelfs de prestatie kan verminderen.
Gebruikte literatuur:
1. Kaufman KR, Brodine S, Shaffer R. Military Training-Related Injuries Surveillance, Research, and Prevention. 2000.
16. Dijksma CI, Bekkers M, Spek B, Lucas C, Stuiver M. Epidemiology and Financial Burden of Musculoskeletal Injuries as the Leading Health Problem in the Military. Mil Med. 2020 Mar 2;185(3–4):e480–6.
Publicatiedatum: 3 december 2025






