Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 
MASTEROPLEIDING PERFORMANCE, SPORT & HEALTH (2/4)
Door Maarten Groot


In deel 1 van deze serie werd beschreven hoe een blessure preventief programma kan worden opgesteld aan de hand van wetenschappelijke literatuur. In dit artikel beschrijf ik hoe diezelfde kennis werd toegepast voor het schrijven van een case report.
Met een case report wordt een sporter gevolgd om een fenomeen te verkennen. Case reports zijn in de zorg gebruikelijk als het gaat om het beschrijven van nieuwe ziektebeelden of experimentele behandelingen. In mijn geval beschreef ik een militair die zich wilde voorbereiden op de Kennismakingsdagen van het Korps Commando Troepen (KCT).


Literatuur onderzoek leverde de volgende achtergrond informatie op:
Tijdens selectie voor de Amerikaanse Special Forces (SF) was het verschil in Biomarkers, dieet, lichaamssamenstelling en fysieke fitheid onderscheidend tussen de geselecteerde en niet-geselecteerde cursisten
(7). Een lager vetpercentage en vetmassa werden in verband gebracht met betere scores op push up, sit up, pull up en 3200 meter looptesten. Bij militairen met een hogere vetvrije massa werden betere prestaties op de load carriage gevonden (8). Een andere studie bij selectie voor een Amerikaanse SF eenheid liet zien dat hogere scores op de pull up, standing long jump en 300 yard shuttle sprints de beste voorspellers waren voor het succesvol afronden van de Ranger Assesment and Selection Test (9).

Bij een test voor meer algemene militaire taken bleken militairen die hoog scoorden op de standing long jump, medicine ball put, hexbar deadlift en shuttle run test, ook een goede score te hebben op een militaire taak simulatie test
(10).
Fysieke fitheid voor SF selectie is dus goed inzichtelijk te maken met testen voor vermogen in het onderlichaam, trekkracht in het bovenlichaam, anaerobe capaciteit en aeroob uithoudingsvermogen. Een uitdaging in het gelijktijdig trainen van kracht en uithoudingsvermogen is dat deze een tegengesteld effect hebben op het lichaam
(11). Dit wordt ook wel het interferentie effect of concurrent training genoemd (12).

De Fieldlab manager van het KCT kon mij verder helpen met de resultaten van fysieke fitheidsmetingen van eerdere succesvolle deelnemers aan de Elementaire Commando Opleiding. Deze heb ik vergeleken met de test resultaten van de deelnemer van mijn case report. Hieruit kon ik opmaken dat voor deze deelnemer het uithoudingsvermogen een punt van aandacht was. Verder was kracht op het gewenste niveau, maar diende wel te worden onderhouden.

Verder was het de bedoeling deze opdracht vanuit een holistisch perspectief te bekijken. Ik heb hierin dus ook de psychologische factoren meegenomen en een prestatie profiel gemaakt om te kijken welke mentale technieken eventueel nog konden worden aangereikt.
Bij een prestatie profiel maakt de deelnemer een lijst met vaardigheden en kwaliteiten die een militair in zijn of haar wapen of dienstvak zou moeten bezitten. Vervolgens geeft de deelnemer op deze lijst aan in hoeverre hij of zij deze vaardigheden bezit. Hiermee ontstaat een beginsituatie van de fysieke, technische, tactische en mentale vaardigheden. Aan de hand van deze gegevens kan dan vervolgens een trainingsplan worden geschreven waarin deze vaardigheden worden verbeterd.

Gedurende de trainingsperiode werden regelmatig metingen herhaald om inzicht te krijgen in de voortgang. Uit de laatste meting voor de Kennismakingsdagen kwam al naar voren dat de deelnemer was vooruitgegaan in het uithoudingsvermogen en iets had ingeleverd op kracht, zie ook tabel 1.


Belangrijkste resultaat was dat de Kennismakingsdagen met een positief advies waren afgerond en de deelnemer mocht starten met het opleidingstraject voor commando speciale operaties.

Ontwikkeling Basis Opleiding Koninklijke Landmacht (BOKL)

De opdracht in het derde thema was om een geperiodiseerd trainingsprogramma te schrijven voor onze eigen doelgroep. Hierin moest het in thema 1 ontwikkelde blessure preventieve programma worden geïmplementeerd. Rond de tijd van deze opdracht was ik vanuit het Kennis Centrum betrokken bij de ontwikkeling van een 10-weekse BOKL. Deze moest de 18 weken durende Algemene Militaire Opleiding (AMO) gaan vervangen. Dit trainingsplan heb ik gericht op een aspirant militair geschreven. Dit trainingsplan start 8 weken voor de keuring. Na de keuring duurt het meestal nog 3 tot 6 maanden voordat de militair daadwerkelijk start met de opleiding. Voor dit trainingsprogramma ben ik uitgegaan van 12 weken tot de opkomst. Daarna volgt een BOKL van 10 weken.
De piek periode in deze periode was geïdentificeerd als de laatste oefening te velde in week 9 van de BOKL. De effecten van de trainingen moesten dus leiden tot een optimale prestatie vorm in deze week.

Voor de periode tussen keuring en opkomst heb ik de bestaande trainingsschema’s op de website werkenbijdefensie.nl als basis genomen. De principes voor blessure preventieve programma’s voor militairen uit thema 1: het verbeteren van de hardloop prestaties, het verbeteren van de maximale kracht en de wendbaarheid/lichaamscontrole, heb ik hierin verder toegevoegd. Het resultaat is terug te vinden op de website werkenbijdefensie.nl. Ook het schema voor de periode tussen keuring en opkomst staat inmiddels online. Verder heb ik het programma van de BOKL gekwantificeerd en staan in de Learning Support Package (LSP) aanbevelingen voor afstanden en bepakking tijdens de Praktijk Oefen Dagen (POD) en Optreden Te Velde (OTV).

Een van de uitdagingen tijdens de BOKL is dat er veel tijd gaat zitten in de POD en OTV, waardoor er weinig tijd over bleef voor het trainen van de fysieke fitheid. Een onderzoek naar microdosing van training in het Deense leger liet zien dat het verspreiden van het totale trainingsvolume over kortere trainingen in de week even effectief kan zijn als reguliere training
(13, 14, 15). Bij microdosing wordt het totale week trainingsvolume opgebroken in kleinere stukken en verdeeld over de week. Denk hierbij aan 8x15 minuten trainen per week i.p.v. 2x60 minuten. In onderstaande afbeeldingen een voorbeeld van de trainingen uit het Deens onderzoek.



Voor het trainingseffect maakt het dus niet uit of de training als een geheel wordt uitgevoerd of opgedeeld is in kleine blokken. Maar het grote voordeel van microdosing trainingen is dat een kwartier veel makkelijker in te passen is in een opleidingsdag, bijvoorbeeld als men ergens staat te wachten op een schietbaan of iets dergelijks. Daarnaast kunnen sommige trainingen met minimale materialen en in PT tenue worden uitgevoerd. Ook maakt het dan minder uit als er een les niet doorgaat, 15 minuten is maar 12,5% van het totale trainingsvolume. Waar bij het afzeggen van een les van 60 minuten meteen 50% van het trainingsvolume is verdwenen.


Gebruikte literatuur:
7. Stein JA, Farina EK, Karl JP, Thompson LA, Knapik JJ, Pasiakos SM, et al. Biomarkers of oxidative stress, diet and exercise distinguish soldiers selected and non-selected for special forces training. Metabolomics. 2023 Apr 1;19(4).
8. Farina E, Thompson L, Knapik J, Pasiakos S, McClung J, Lieberman HR. Higher Usual Energy Intake, Body Mass, Body Mass Index, and Fat Free Mass Index Are Associated with Lower Attrition from an Arduous Military Selection Course (P23-005-19). Curr Dev Nutr. 2019 Jun;3:nzz043.P23-005-19.
9. Barringer ND, Mckinnon CJ, O’brien NC, Kardouni JR. RELATIONSHIP OF STRENGTH AND CONDITIONING METRICS TO SUCCESS ON THE ARMY RANGER PHYSICAL ASSESSMENT TEST.2019. Available from: www.nsca.com
10. Foulis SA, Sharp MA, Redmond JE, Frykman PN, Warr BJ, Gebhardt DL, et al. U.S. Army Physical Demands Study: Development of the Occupational Physical Assessment Test for Combat Arms soldiers. J Sci Med Sport. 2017 Nov 1;20:S74–8.
11. Kraemer WJ, Patton JF, Gordon SE, Harman EA, Deschenes MR, Reynolds K, et al. Compatibility of high-intensity strength and endurance training on hormonal and skeletal muscle adaptations. 1995. Available from: www.physiology.org/journal/jappl
12. Wilson JM, Marin PJ, Rhea MR, Wilson SMC, Loenneke JP, Anderson JC. CONCURRENT TRAINING: A META-ANALYSIS EXAMINING INTERFERENCE OF AEROBIC AND RESISTANCE EXERCISES. 2012. Available from: www.nsca.com
13. Kilen, A, Hjelvang, LB, Dall, N, Kruse, NL, and Nordsborg, NB. Adaptations to short, frequent sessions of endurance and strength training are similar to longer, less frequent exercise sessions when the total volume is the same. J Strength Cond Res 29(11S): S46–S51, 2015
14. Kilen a, Baya J, Bejdera J, Breenfeldt A, Bonnea A, Larsena P, Carlsena A, Egelunda J, Nyboa L, Vidiendal Olsenc N, Aachmann-Andersend NJ, Løvind Andersene J, Baastrup Nordsborga N,∗ Distribution of concurrent training sessions does not impactendurance adaptation Journal of science and medicine in sport (2020).
15. Kilen a, Baya J, Bejdera J, Breenfeldt A, Bonnea A, Larsena P, Carlsena A, Egelunda J, Nyboa L, Vidiendal Olsenc N, Aachmann-Andersend NJ, Løvind Andersene J, Baastrup Nordsborga N. Impact of low-volume concurrent strength training distribution onmuscular adaptation  Journal of science and medicine in sport (2020).


Publicatiedatum: 26 november 2025