Het eerste signaal om een interview met Wim (die kort voor mijn start bij LO&Sport (in mei 2000) onze organisatie verliet) te houden, ontstond in de periode dat Pieter van der Peet mij er op attent maakte dat Wim Hoogendoorn was aangesteld als HDP. De (op de staatssecretaris na) hoogste burger binnen defensie, vergelijkbaar met de militaire rang van generaal.
Dat interview kwam er niet, want zijn toenmalige secretaresse belde mij op om de afspraak te cancellen, omdat Wim ontslag had genomen.
Na Wim een tijdje met rust gelaten te hebben, las ik recent een post over zijn hoge aanstelling bij de douane. En na heel veel appjes kreeg ik het eindelijk voor elkaar.
Kennismakingsgesprek
Ik ontmoet Wim, die inderdaad zoals vooraf door een oud-collega gesteld werd een zeer sterke hand geeft en ik hier gelukkig goed op voorbereid ben, in de hal van een kolossaal gebouw in hartje Utrecht, pal naast de Jaarbeurshal. Het adres Graadt van Roggenweg 500 herbergt zowel de Douane als de Belastingdienst en lijkt op sommige punten een beetje op de huidige Kromhoutkazerne, zeker als Wim in blauw douane-uniform komt aanlopen.
Omdat ik niet ben aangemeld, moeten we even wachten tot dat door Wim’s secretaresse is recht getrokken en al snel hebben we een geanimeerd gesprek over de Tour de France, omdat Wim zag dat ik op de fiets ben en (onterecht) veronderstelde dat ik een wielrenner ben. De door Vingegaard verloren tijdrit van gisteren is direct het hoofdgesprek, en de plannen van Visma voor de derde week in het hooggebergte. Maar het gaat daarna diverse kanten op, Wim blijkt elke avond minimaal een uur te spenderen aan het volgen van al het sportnieuws, zelfs Teletekst wordt geraadpleegd!!!
Sportief
Met sport is er al snel een bruggetje naar zijn tijd als topvolleyballer. Wim stamt uit de gouden generatie van het Bankrasmodel, met illustere namen als Ron Zwerver, Bas van de Goor en Arie en Avital Selinger en een gouden Olympische medaille (1996, Atlanta) als bekroning. Dat Wim uiteindelijk voor defensie koos en niet voor een topsport carrière heeft hem zegge en schrijve slechts 1 dag parten gespeeld: tijdens de officiersopleiding was het een keer een regenachtige dag en een schutterputje graven, en toen hij ’s avonds de Olympische wedstrijd Italië-Rusland keek, schoot het door hem heen dat hij ook daar had kunnen zijn. Maar bij die ene zure dag is het gebleven.
Overigens is Wim begonnen in Woerden als voetballer, bij Sportlust ‘46 dat nu in de Tweede Divisie speelt. Zijn moeder stelde vaak dat hij overstapte naar volleybal omdat hij dan droog speelde met een dak boven zijn hoofd, terwijl hij daar zelf andere herinneringen aan heeft en geen hekel te hebben gehad aan voetballen in de regen. De eerste volleybalwedstrijden speelde hij overigens al terwijl hij nog geen lid van een vereniging was, maar op verzoek van een vriend wel af en toe een shirt aantrok, meespeelde en al snel blijk gaf talent te hebben voor deze sport. Niet zo vreemd voor iemand van 1.98m ondanks dat hij op zijn zeventiende nog niet heel groot was en pas daarna een flinke groeispurt kreeg.
OCO
Maar het werd dus defensie. Als dienstplichtige uit de lichting 89-2 gefunctioneerd op de DUMO met 101 Tkbat als grootste klant. Wim noemt de naam van zijn cdt maar a. die kende ik helemaal niet en b. ben ik die nu ook alweer vergeten. Wim dus wel en weet ook nog dat hij vrij snel de ambitie had om sportofficier te worden, solliciteerde en direct werd uitverkoren. Nog even bijgetekend om aansluitend door te gaan Breda, naar de OCO (Opleidings Centrum voor Officieren), die maar kort bestaan heeft en later via de OCOSD onderdeel werd van de KMA. Die in Wim’s tijd echt voor de spijkerbroeken was, de OCO voor degenen die al militaire ervaring hadden.
LO&Sportofficier en de kleur rood
Wim heeft 3 functies gedraaid, met een start in Nunspeet op de Gen Winkelmankazerne. (De groepsfoto kreeg ik toegestuurd door Eric Wind, die de naam van Wim las in het artikel over de proloog van het Tourspel en in Nunspeet Wim’s tweede man was.)
Op de Oranjekazerne was hij met Ad Stuurop gedeeld commandant. Wim was cdt Schoolbataljon, wel op de OK (en dus niet op Groot-Heidekamp, zoals tegenwoordig het geval is). Van de gehele periode bij LO&Sport is Wim het meest trots op het behalen van de rode baret, en ook dat hij als sportofficier de hoogste klimbevoegdheid (toentertijd rouge) heeft gehaald. Hij vond en vind het nog steeds belangrijk om een voorbeeldfunctie te zijn voor zijn mensen. Wat zij moeten kunnen, moet hij ook kunnen.
Zoals het bij LO&Sport geregeld is, je klimbevoegdheid kwijt raken als je het legaliseren niet haalt, is deze week bij de douane nog als voorbeeld gebruikt, om de wapenbevoegdheid in te nemen voor degene die de wapentest niet halen.
Zijn functie als Cdt op de RVS komt in ons interview slechts zijdelings ter sprake, doordat ik laat vallen dat Richard Sorée Wim zonder nadenken benoemde als de beste commandant die hij ooit gehad had en dat Geert Suijlen, die ik gisteren aan de telefoon had, ook al de loftrompet over Wim uitte. Het is geen valse bescheidenheid dat Wim aangeeft te weten dat hij een populaire commandant was, doordat hij ook altijd mee ging op oefeningen en grote interesse toonde richting de werkvloer en het werkveld.
Welke van de 3 functies vond Wim nou het leukst? “Kan ik niet zeggen, waren alle 3 verschillend. In Nunspeet was ik nog zo groen als gras. Ik heb me heel sterk gemaakt om meer groen werk te doen dan blauw. Mee op oefening, onderdeel van de club. (Ik vraag hem of hij de term ‘troepenman’ een juiste vind, dit komt later in dit interview terug, red.) Daar ben ik op de Winkelman direct mee begonnen.
Op de OK was de uitdaging om het grote uitvalpercentage in de opleiding terug te brengen. In Oirschot trof ik de levende legende Harry Vermeegen als voorganger, die zat daar 20 jaar. De verbinding met de eenheid heb ik daar meer van de grond gekregen. Als ik er nu goed over nadenk was de OK het best passend bij mij als persoon. Maar het was dus niet zo dat de ene functie leuker was dan de ander.”
JOC
Wat ook nog even ter sprake komt, is het lidmaatschap van Wim in het JOC, het Jonge Officieren College. Jan van den Dool, Arnold Hofsté, Wim, Antoine Nikkessen en Jan Maree waren daar lid van. (En later ook Marien van den Eijnden.) Wikipedia: Het JOC is ontstaan in de tijd dat er een Officierenfonds bestond en een jaarlijkse Officierendag. Die door een aantal Jongere Officieren als saai bestempeld werden. Toen aan het eind van de Officierendag 1992 de C-LO&Sport vroeg wie de editie van 1993 zouden organiseren, werden er (in tegenstelling tot 0 in de andere jaren) liefst 6 vingers opgestoken. Werd een tocht op het Veluwemeer, zodat deelnemers ook niet vroeg naar huis konden, omdat de boot nog aan het varen was. De vergaderingen om deze dag te organiseren werden elke maand in een andere grote stad in Nederland belegd. Na een half uur vergaderen was het nog langere tijd gezellig.
Overstap
“Ik had 3 redenen om niet door te gaan bij LO&Sport (waar Wil Maaswinkel helemaal niet blij mee was, omdat hij in mij een toekomstig Cdt LO&Sportorganisatie zag). Ten eerste was het perspectief beperkt. Cdt worden zou lang duren en was niet de grootste uitdaging. Ik was ook best lastig voor mijn omgeving als ik uitdagingen mis.
Voor het beperkte perspectief gebruikte ik altijd de metafoor: we worden met zijn allen in een roeibootje op de rivier gezet, we gaan allemaal hard roeien maar ook al roei ik harder dan anderen, ik haal dan toch niemand in.
Wilde dus toch meer uitdaging, en dat heb ik mijn hele leven wel gehad. Na een tijdje heb ik een nieuwe prikkel nodig.
Daarnaast kregen we te maken met bezuinigingen en uitzendingen (en dat is vervelend met een jong gezin). Werken op de Staf leek mij tenslotte ook niet leuk. Drie keer paraat was wel leuk.
Na LO&Sport heb ik 5 jaar gewerkt in een consultantsbedrijf. Van overall en hoge schoenen naar jasje en dasje. Maar wist nog niet echt wat ik wilde, organiseren en leiding geven was mijn drive en dat kon ik daar gelukkig goed toepassen. Ben er wel achter gekomen dat ik niet financieel gedreven ben. Ik wilde graag projecten goed afronden maar als er geen betaling meer tegenover stond moest ik naar een nieuw project van een bedrijf dat wel betaalde. Dat begon bij mij te knellen.”
HDP
Hoe ik in die hoge functie ben gekomen? “Ik werd gewoon gebeld. Zij waren op zoek naar iemand van buiten. Iemand heeft mijn naam laten vallen bij de Algemene Bestuursdienst. Voor mij was het op dat moment een droombaan, omdat ik bij defensie een mooie tijd heb gehad en in die periode wel wat vond van de manier hoe P-zaken geregeld waren.
Op gesprek gegaan en werd heel enthousiast over de functie inhoud. In het begin was het zeker leuk, maar ben begonnen in corona en ik kan mijn werk niet doen als ik niet in verbinding ben met mensen. Ik hoorde vanuit contacten ook regelmatig ‘welkom in de slangenkuil’, ik voelde veel spanning en animositeit. Ik gedij niet goed in zo’n omgeving. Er kwam dus wat negativisme los, en ik voelde mij ook al snel niet gesteund.
We hadden de opdracht om als defensie een aantrekkelijker werkgever te worden, maar er waren grote verschillen tussen militair en burger, tussen departementen en bonden. Kreeg het idee dat ik wel succesvol kon worden maar niet gelukkig. Had dit nog nooit meegemaakt, en kreeg spanning in mijn privé leven. (Meer uren maken om te verbeteren maar werd te veel. Mijn vrouw herkende mij niet meer als de oude Wim.)
Een maand heb ik hier mee geworsteld, vooral vanwege het idee dat je gefaald hebt maar uiteindelijk toch dit besluit genomen. Wel een leerzame ervaring.”
Douane
Over zijn baan bij de douane kun je beter deze link klikken en ook hier om daar weer over te lezen. Ik had bij onze ontmoeting Wim in zijn nieuwe functie als directeur in kostuum verwacht, maar werd plezierig verrast. “Nee, bij de douane loop ik graag in uniform. Zit weer als een vis in het water. Je noemde mij een troepenman, maar dat klopt wel en dat wordt ook gewaardeerd. Dit pak zorgt voor verbinding met de werkvloer en dat vind ik heel belangrijk.” Daarnaast ook zeer opvallend: Wim heeft geen eigen kantoor, had hij geen behoefte aan, “ik heb mijn iPad in mijn tas altijd bij mij, ik moet bij mijn mensen zijn”. Geen ivoren toren in de Graadt van Roggenweg 500……
“De grootste uitdaging voor de douane? Het IT vraagstuk (na lang nadenken, red.) We hebben echt te maken met heftige administratieve processen, we dealen met miljarden aangiften per jaar. We hebben teveel problemen met systemen waardoor mijn mensen teveel moeten compenseren. Daarnaast gebruiken we een deel van de systemen van de Belastingdienst, het zit echt complex in elkaar. Daarnaast zijn we regionaal georganiseerd, dat gaan we nu doen op werkproces. Is gelukkig draagvlak voor vanuit de directies.
Overigens, wat vaak verkeerd begrepen wordt: de douane doet goederencontrole, de KMAR de mensen. Wij houden slechts mensen aan vanwege verdachte goederen. We hebben wel veel contact met de Marechaussee.”
Na afloop van het interview, wat we gewoon bij de koffiecorner deden en waardoor Wim een keer of twintig een collega groette, steevast bij de voornaam, loopt Wim kaarsrecht richting een vergaderlokaal. Een bespreking, zeer waarschijnlijk voor het verbeteren van processen voor zijn mensen op de werkvloer.
Publicatiedatum: 16 juli 2025