Vrienden van het dienstvak LO&Sport
 
HOE GAAT HET MET ONZE OUD-COLLEGA'S?
INTERVIEW MET HANS WEDEL (deel 1)
Door Paul Lindeboom

Hans Wedel reageert op het verslag van de Vierdaagse van Marco Althuizen. “Het allereerste LO&Sport detachement in Nijmegen was al in 1956, hoor!” Dat leidde, omdat Hans al op het wensenlijstje van de hoofdredacteur stond vanwege zijn bijdrage aan Impuls (voorloper van de Zandloper) en het LO&Sport Geschiedenisboek, tot onderstaand interview. Is een nogal uitgebreide bijdrage, waarin Hans vertelt hoe zijn connectie met Karel de Wijk tot stand kwam, over het wel en wee op de sectie en hoe hij er toe kwam een boek te schrijven over wedstrijdorganisatie en hoe het met dat boek is vergaan. Het verhaal omvat ongeveer de helft (15  jaar) van zijn gehele diensttijd in de LO&Sport. Dus hieronder is deel 1.

Een leven in de LO&Sport, wat wil je nog meer?


Ik ben opgegroeid in Den Haag, ons huis stond aan de rand van een groot sportveld. Voor die tijd was het goed geregeld: na schooltijd werd er dagelijks een instuif georganiseerd die geleid werd door enkele onderwijzers. Sporten die ons werden aangeboden, waren zeer divers: slagbal, later honkbal, korfbal, klein terreinvoetbal en atletiekvormen. Ik was daar kind aan huis en het kon niet anders dan dat mijn toekomst in de sport zou liggen.
Na het behalen van mijn MULO-diploma was het tijd om te kiezen. Moeilijk genoeg, want de ALO zat er niet in zonder HBS-diploma, het CIOS wel maar dat was in die tijd een groot risico omdat er met dat diploma nauwelijks een baan te krijgen was. Mijn oom, die cavalerist was, wees mij op de mogelijkheid sportinstructeur te worden in het leger. Ik besloot die weg te kiezen.
Na een opleiding van 2 jaar aan de OOS werd ik geplaatst op de Kaderschool Infanterie in Den Bosch. Nu was het wachten op de kans om naar de LO&Sportschool te gaan. Na ca. 6 maanden kwam die kans en gaf ik mij op. Ik werd bij de compagniecommandant geroepen, die meedeelde dat mijn verzoek niet zou worden doorgestuurd. Ik voldeed niet aan de fysieke eisen, was zijn argument. Een ABhOZIS van alles 1 was de eis en ik had een O3 met dispensatie O1. De oorzaak was een gescheurde meniscusoperatie enkele jaren geleden.
Dit gaat mij niet gebeuren, dacht ik. Als geboren en getogen Hagenees wist ik de locatie van het bureau Sport snel te vinden. Ik nam een dag verlof en stapte het gebouw binnen. Tegen de portier zei ik dat ik een afspraak had en even later zat ik op de kamer van Karel de Wijk.

 

1956: opleiding LO/sportinstructeur Hooghalen; bovenste rij 2e van rechts Adjudant Meekel, middelste rij 3e van rechts Hans Wedel

 “Wat kom jij hier doen”, was zijn eerste opmerking. Ik vertelde hem mijn verhaal en maakte duidelijk hoe graag ik in de LO&Sport wilde werken. “Ik ga je helpen”, was zijn reactie, pakte de telefoon en belde de Inspectie Infanterie. “Ik heb nog 1 kandidaat voor de opleiding”, hoorde ik. “Het is geregeld”, zei hij. Hij had wel een voorwaarde: ik moest eindigen als eerste. “ Ik krijg de uitslag”, vertelde hij “en als het niet zo is, schop ik je er alsnog uit”. Het is mij wel gelukt: ik had een paar punten meer dan Ruud Kuitems, die 2e werd.

De opleiding en het onderdak in die tijd in Hooghalen zou je Spartaans kunnen noemen. Onze groep bestond uit 28 personen, waaronder 1 adjudant-onderofficier die alsnog sportinstructeur wilde worden. De opleiding werd afgesloten met deelname aan de Vierdaagse in Nijmegen. Vermeldenswaard is dat de eerder genoemde adjudant Mekel zich al ‘s avonds omkleedde in zijn looptenue, zijn pukkel omhing en de nacht zittend, slapend, doorbracht. Wij moesten ons om vijf uur in de ochtend melden. Wel hebben we met zijn allen de Vierdaagse uitgelopen. 

Rustpauze tijdens de Vierdaagse van het eerste LO&Sport-detachement in 1956


Na de opleiding werd ik geplaatst in Den Bosch bij een compagnie van Heutsz, gelegen in de Citadelkazerne. Accommodatie was er niet, dus geen gymzaal, geen sportveld, geen hindernisbaan. Het was improviseren. Maar ik vond het super. Na circa zes maanden werd ik bij de compagniescommandant geroepen. “Den Haag aan de telefoon”, zei hij. Ik nam de telefoon op en kreeg Karel de Wijk aan de lijn. “Wedel, ik heb je nodig,” zei hij. “Zou je voor mij willen komen werken?” Dat betekende een baan op kantoor. Ik schrok mij een hoedje, maar nee zeggen was geen optie want Karel had mij behoorlijk geholpen.

Enkele weken later zat ik op een kamer bij de Inspectie der Opleidingen. De sectie LO&Sport was als volgt samengesteld: Gerrits Storm hoofd sectie LO&Sport. Karel de Wijk hoofd Bureau LO en Jan Spanjaard hoofd Bureau Sport. Enkele maanden later vonden er twee mutaties plaats. De eerste was de komst van collega Miel Hollard als toegevoegd aan de sectie. De tweede mutatie was van geheel andere aard: Storm was veel afwezig voor zijn bemoeienis met het Nederlands militair voetbal elftal. Desondanks moesten alle voorstellen van De Wijk formeel via het hoofd van de sectie gaan. Dat kostte tijd en daarom bedacht Karel een coup. Met behulp van zijn vrienden op het hoofdkwartier werd Storm afgezet als hoofd van de sectie. Storm ging naar bureau sport en Spanjaard naar bureau LO. Storm heeft dit De Wijk nooit vergeven en nam wraak zoals beschreven op pagina 124 t/m128 in ons Geschiedenis boek.
De Sportcommissie KL werd nieuw leven ingeblazen. Als eerste werden volleybalkampioenschappen voor onderdelen uitgeschreven. Daarvoor meldden zich 36 ploegen. Mooie klus voor jou, zei Storm tegen mij. Ik heb er nachten van wakker gelegen, ik had nog nooit iets georganiseerd. Met behulp van docent Piet Beyen van het CIOS werd het een geslaagd evenement. Al snel werden meerdere kampioenschappen uitgeschreven. Ik doe een greep: zwemmen, schaatsen basketball, schermen, judo, boksen, tafeltennis, lawn-tennis, kleinterreinvoetbal, veldloop en atletiek.

Over de organisatie van de eerste atletiekkampioenschappen is best een verhaal te vertellen. Ze werden gehouden in De Vliert in Den Bosch, met als voorwaarde dat wij zelf qua inrichting alles zouden regelen. De dag er voor gingen we met een combi met chauffeur en wat hulptroepen van het sportbureau Alexanderkazerne in Den Haag, richting Den Bosch. Het was een bloedhete dag. Tegen 5 uur was het stadion ingericht. Er werd geopperd om wat af te koelen door te gaan zwemmen in de IJzeren Man in Den Bosch. Ik vroeg de chauffeur of we daarheen mochten rijden. Dat was geen probleem zei deze en schreef het in zijn rij-opdracht. Na het zwemmen reden we terug naar de kazerne, waar we zouden overnachten. Plots werden we klemgereden door een busje van de Marechaussee. Als oudste van het stel moest ik uitstappen en plaatsnemen in hun busje. Ik werd gebracht naar de marechausseekazerne, ingesloten en verhoord. Ik bleek beschuldigd te worden van joyriding en moest voor de krijgsraad komen. Karel de Wijk heeft dat voorkomen, maar ik kreeg wel 5 dagen verzwaard en een straflijst aan mijn broek.

Internationale atletiekkampioenschappen in De Vliert in Den Bosch. Hans Wedel als lid organiserend comité


Voor elke nieuwe organisatie moesten wij het wiel uitvinden. Na enkele jaren de gehele cyclus van de Sportkalender te hebben georganiseerd, ging ik me steeds vaker afvragen waarom er nergens een publicatie te vinden was over de opzet van een organisatie, organisatievormen en competitiesystemen. Ik bedacht dat er een voorschrift 2700 voor de LO&Sport in 4 delen bestond en waarom zou daar niet een 5e deel aan worden toegevoegd? Ik legde mijn idee voor aan De Wijk en die was gelijk enthousiast. “Maak een opzetje”, zei hij “en dan zien we verder”. Inmiddels was op de LO&Sportschool een fenomeen opgestaan in de persoon van Frits Oldenburger. Hij haalde de in het Engelse leger ontwikkelde vaardigheidsklokwedstrijden naar Nederland, bedacht de spelklokwedstrijden, het cirkwie, de spinnewebloop en het parcours. Ik belde Frits met de vraag of hij er achterstond deze vormen op te nemen in een eventueel voorschrift. Hij zegde mij alle medewerking toe. “Ik heb een opzet gemaakt van hoofdstukken en dat aan Karel voorgelegd. Werk het maar verder uit“, was zijn commentaar. Ik mocht er een halve dag per week aan besteden.
Na ca. 6 tot 8 maanden had ik het verhaal compleet en legde het aan Karel voor. “Hier gaan we geen voorschrift van maken”, was zijn commentaar. “Dit hoort thuis op alle opleidingen in de LO en Sport. Probeer een uitgever te vinden”, zei hij. ”Dan wordt het een boek dat voor een ieder beschikbaar is.” Wel makkelijker gezegd dan gedaan. Pas na geruime tijd lukte het een uitgever te vinden die er brood in zag.  Het was de Uitgeverij Vrieseborch in Haarlem. En die heeft er een schitterend boek van gemaakt.


Nu moesten de academies en de CIOS’en nog enthousiast worden. Dat was niet eenvoudig, het onderwerp leefde niet bij de opleidingen en bovendien waren er geen docenten die het beheersten. De omslag kwam toen ik werd gebeld door Ronald Lingeman, docent DLO aan de HALO. Hij vertelde dat hij het boek in handen had en Wedstrijdorganisatie graag als vak wilde invoeren op de academie. Hij had geen ervaring met wedstrijdorganisatie en vroeg wat de oplossing zou kunnen zijn. Ik heb hem bij mij thuis uitgenodigd en samen hebben we gedurende een aantal weken alle hoofdstukken doorgenomen. Na enige tijd voelde hij zich voldoende op de hoogte om het vak in te voeren. Hij vroeg mij wel om zijn eerste optreden anoniem bij te wonen en commentaar te geven. Het ging best goed behoudens enkele vragen waar hij geen antwoord op wist. Hij loste dat goed op door te zeggen dat hij daar een volgende keer op zou terugkomen.

Er vond daarna een vorm van kruisbestuiving plaats want elk jaar gingen er meer boeken over de toonbank. Tot aan het eerste corona jaar. Ik werd gebeld door de uitgever dat de verkoop dramatisch was teruggelopen en of ik wist waar dat aan lag. Na zoeken op internet vond ik de oplossing: enkele studenten aan de Amsterdamse academie LO hadden een leuke bijverdienste bedacht: uit mijn boek werd een uittreksel gemaakt en dat werd voor een habbekrats aangeboden op internet . Zo vond ik het uittreksel uit mijn boek voor 5 euro op internet terwijl de winkelprijs rond de dertig euro was. Volgens mijn uitgever is dit pure diefstal maar er wordt op dit gebied niet gehandhaafd. Ik heb toen een drastisch besluit genomen door de rechten weg te halen bij de uitgever en het boek dat inmiddels was gedigitaliseerd, aan te bieden aan Google books. Het is nu hier te downloaden voor 1 euro. 
De website heb ik opgedragen aan mijn goede vriend en fenomeen Frits Oldenburger, in leven docent aan de School voor Militaire Lichamelijke Oefening. Enkele dagen voor zijn dood belde Frits mij op om afscheid te nemen. Dat was heel heftig.

Nationaal militair volleybalteam, De Wijk als chef d"equipe, Wedel ploegleider/coach


Weer terug naar de sectie LO&Sport en de Inspectie der Opleidingen. Er waren wat mutaties bij de sectie maar ook een belangrijke bij de staf. Daar was kolonel Olie aangetreden en hij was geen makkelijke. Olie had grote moeite met het zelfstandige optreden van Karel en probeerde hem aan het touwtje te krijgen. Hun confrontatie ging gepaard met enorme woordenwisselingen die in het hele gebouw te volgen waren. Olie probeerde Karel te breken door hem 10/20 minuten na een confrontatie weer naar boven te roepen. Ogenschijnlijk was Karel onaangedaan maar in werkelijkheid leed hij er fysiek erg onder. Het wachten was op een fout van De Wijk. Die kwam door de aankoop van wedstrijdrevolvers voor het hoofdkwartier en daar had hij geen toestemming voor. De rancuneuze Storm zag zijn kans en tipte kolonel Olie. Karel de Wijk kreeg een strafoverplaatsing naar de regio Oost. Hij heeft het aangevochten tot aan het Ambtenarengerecht maar verloor. Interessant in deze is de aantekening bij het vonnis dat hij nooit meer de functie van Hoofd sectie LO&Sport mocht bekleden.
In het jaar 1969 vond er een belangrijke mutatie plaats. De inspectie opleidingen werd het Commando Opleidingen Koninklijke Landmacht (de voorloper van het huidige OTCo, red.). De allerbeste vriend van Karel, generaal Joop van Elsen, werd de nieuwe commandant. De generaal trok zich van alle vonnissen niets aan, stuurde het toenmalige hoofd Jan Spanjaard met pensioen en stelde Karel de Wijk weer aan als Hoofd sectie LO&Sport van het COKL. Hoe het met Karel de Wijk verder is gegaan, is te lezen op pagina 130 en 131 van ons Geschiedenisboek.

Foto gemaakt tijdens een les judo in de Alexanderkazerne in Den Haag


Bij de LO&Sportgroep van de Alexander/Frederikkazerne kwam een plek vrij; het was mijn kans om na jaren weer terug te gaan in de praktijk. Ik heb wel alle jaren feeling gehouden met die praktijk. Ik volgde de opleiding tot KNZB Zwemonderwijzer en judoleraar. In Wassenaar begon ik een judoschool die ik ca. 10 jaar heb gerund met een kleine 100 judoka”s. Nadat ik die van de hand had gedaan, heb ik een groot aantal jaren een trimgroep van ex-hartpatiënten geleid.
De baan bij de vorengenoemde LO&Sportgroep was een droombaan. De opdracht was om de zittende meute van de stoel en in beweging te krijgen. Daarvoor was een scala aan mogelijkheden nodig en die creëerden we. Hoe het mij verging, wil ik desgewenst in een volgende editie beschrijven.

Tot slot: als waardering voor wat ik presteerde op de staf in de strijd om een eigen dienstvak van de grond te krijgen en mijn publicaties op het gebied van de wedstrijdorganisatie, ontving ik op 15 april 1975 een Oranje Nassau die werd opgespeld door de Commandant COKL. De voordracht was van Luc van der Wee, inmiddels Hoofd van de sectie LO&Sport staf COKL. Dit zij met gepaste trots vermeld.

uitreiking van de Koninklijke onderscheiding

Publicatiedatum: 19 oktober 2022